Chinese inmenging gaat vooral sluipenderwijs
Via talloze kanalen probeert Peking zijn invloedssfeer in Europa uit te breiden. Relatief bekend zijn de economische investeringen door Chinese bedrijven. Minstens net zo gevaarlijk zijn echter de ondoorzichtige vormen van beïnvloeding die grotendeels onder de radar blijven.
„Laatst ben ik me naar geschrokken”, zegt hij. De persoon, die anoniem in de krant wil, was bij een lezing van Ronald Keller. De Nederlandse oud-ambassadeur in Peking sprak voor de Chinatafel van de Industrieele Groote Club op het Damrak in Amsterdam. „Op de elitaire sociëteit waren allemaal topbestuurders, opiniemakers en CEO’s aanwezig. Maar aan elke tafel zaten ook vertegenwoordigers van de Chinese ambassade”, zegt hij.
„Dit soort praktijken zijn een van de minst zichtbare vormen van Chinese inmenging”, reageert VVD-Europarlementariër Bart Groothuis. Hij maakt zich grote zorgen over de groeiende invloed van China in Europa. „Peking probeert via borrels bij de elite een positief beeld van het land neer te zetten. Ze binden invloedrijke personen aan zich en plaatsen ze in adviesraden van staatsondernemingen. Van daaruit worden ze als lobbyist gebruikt om de staatsagenda actief na te streven”, aldus Groothuis.
Een bekend voorbeeld van een oud-bestuurder die voor China lobbyt is de voormalige Ierse minister van Europese Zaken Dick Roche. Op dit moment adviseert de man voor zo’n 200.000 euro op jaarbasis het Chinese Huawei over de betrekkingen met de EU. In die rol is hij een warm pleitbezorger voor de belangen van het techbedrijf. Zo betoogde Roche begin 2021 in een brief aan het Europees Parlement dat de zorgen van EU-lidstaten over spionage via het 5G-netwerk van Huawei ongegrond waren en ze de ban op 5G moesten opheffen.
Door bestuurlijke prominenten in te zetten, werkt volgens Groothuis de Chinese staatsagenda door in partijprogramma’s en wordt zelfs overheidsbeleid beïnvloed ten gunste van China. „Hoge ambtenaren van Josep Borrell, de buitenlandchef van de EU, zwakten in 2020 op verzoek van Chinese diplomaten de conclusies af in een rapport over het verspreidden van desinformatie door Peking. Op die manier wordt kritische informatie over China gewoon achtergehouden”, zegt Groothuis.
Wetenschappers
Chinese beïnvloeding vindt echter veel breder plaats. „We hebben nauwelijks zicht op de schaal waarop het land zijn invloed op ons continent doet gelden”, zegt Ingrid d’Hooghe, coördinator bij het China Centrum van Instituut Clingendael. „Doordat het land zich op zo’n grote en brede schaal in ons continent inmengt, weet Peking zijn invloedssfeer enorm uit te breiden.”
In haar eigen vakgebied heeft d’Hooghe ook te maken met China’s invloed. Veel wetenschappers geven aan dat ze geen onderzoek willen doen op voor Peking gevoelige terreinen. Uit internationaal onderzoek uit 2018 blijkt dat zelfs 70 procent van de ondervraagde wetenschappers zichzelf censureert. D’Hooghe: „Er zijn maar een paar onderzoekers die thema’s durven aansnijden die bij China gevoelig liggen en hun rapport onder eigen naam publiceren. Vaak volgen dan Chinese sancties bijvoorbeeld een inreisverbod.”
Het laat zien hoezeer China zich in ons continent inmengt. d’Hooghe: „Het is een glijdende schaal. In eerste instantie worden wetenschappers erop aangesproken als zij een voor China onwelgevallige conclusie in hun onderzoeksrapport hebben. Maar uiteindelijk maakt het Chinese beleid het onmogelijk om objectief kennis te verwerven en leidt het zelfs tot zelfcensuur.”
Ze legt uit hoe het gaat: „Als ik onderzoek wil doen naar de situatie van Oeigoeren in Xinjiang, dan weet ik dat ik daarvoor China gewoon niet inkom. Voor wetenschappers is het vaak een afweging tussen publiceren en de voor Peking gevoelige thema’s vermijden óf de confrontatie aangaan en vervolgens niet meer het land inkomen, wat het einde van je onderzoek kan betekenen.”
Economische beïnvloeding
Hoewel China’s ondoorzichtige politieke en wetenschappelijke beïnvloeding vergaande gevolgen heeft voor Europa, is deze vorm van inmenging nog altijd relatief onbekend. Veel vaker komen nieuwsberichten in de media van economische investeringen door China. Dat is op zich geen reden voor alarm, maar wel als het gaat om de aankoop van belangen in kritieke infrastructuur zoals havens, elektriciteitsbedrijven en telecommunicatie. Dit zijn bedrijven die zo essentieel zijn dat verstoring tot ernstige maatschappelijke ontwrichting kan leiden.
Vooral tussen 2012 en 2015 kocht China veel belangen in Europa’s kritieke infrastructuur. In de nasleep van de financiële crisis namen EU-landen drastische bezuinigingsmaatregelen en deden ze vaak grote bedrijven in de verkoop. Nu heeft China belangen in een breed scala aan strategische sectoren.
Volgens d’Hooghe gaan de Chinezen bij deze investeringen heel gericht te werk. „Ze weten heel goed welke bedrijven en topinstituten kennis bezitten die voor hen nuttig is. In Nederland gaat het om grote spelers als de TU Delft of bedrijven in de chipindustrie.”
China investeert in deze kennisinstituten en plaatst wetenschappers op strategische plaatsen. „Doel is om de gaten in hun kennis op te vullen. China wil zijn achterstand inhalen op het gebied van specifieke hightech zoals artificiële intelligentie, kwantumtechnologie en fotonica”, zegt d’Hooghe.
Hierbij schuwen ze soms zelfs klassieke spionage niet. d’Hooghe: „De druk om doorbraken in de wetenschap te forceren is vaak zo hoog, dat elke manier om aan kennis te komen legitiem wordt. Ook spionage.”
Voor de expert is het duidelijk: „China wil op termijn de VS verslaan als dominante wereldmacht. Dat probeert het land in eerste instantie via legale middelen te bereiken. Maar als het niet goedschiks kan, dan probeert China het kwaadschiks te bereiken.”
Volgens CDA-Europarlementariër Tom Berendsen is de samenwerking met China daarom zo gevaarlijk. „Wij zijn altijd een globale economie geweest, maar China misbruikt de handelsrelatie om er alleen zelf beter van te worden. Er is geen wederkerige relatie.”
De Europarlementariër ergert zich al jaren aan de manier waarop de EU met China omgaat. „We creëren nu grootschalige afhankelijkheden van China. Onze kritieke aardmetalen die nodig zijn voor batterijen, windmolens en zonnepanelen worden al tot 90 procent door China geproduceerd. Die gebondenheid kan het land in de toekomst tegen ons gebruiken en onze kritieke infrastructuur gemakkelijk lamleggen.”
Volgens Berendsen is onze afhankelijkheid in de kritieke infrastructuur een direct gevolg van Europa’s vroegere beleid. „In het verleden geloofden we in de strategie ”Wandel durch Handel”: als we handelen met China dan koppelen we het land aan ons westerse wereldbeeld en gaat het waarden als mensenrechten en democratie overnemen. Die visie was onjuist.”
De laatste jaren wil de EU daarom een hardere lijn volgen richting China. De Europese Commissie heeft in 2019 haar visie op het Oost-Aziatische land als volgt verwoord: China is voor de EU een onderhandelingspartner, een concurrent én een systeemrivaal.
In het licht van deze systeemrivaliteit wil de EU haar afhankelijkheid in kritieke infrastructuur de komende jaren afbouwen. Zo is nu Europese wetgeving in de maak om eigen chips te produceren en wil de EU minder afhankelijk zijn als het gaat om kritieke grondstoffen. Ook ligt het idee klaar om overnames in strategische sectoren te verbieden.
Toch vindt Berendsen dat Europa nog te weinig beseft welke risico’s er aan economische inmenging door China kleven en te veel investeringen toelaat. Berendsen: „In oktober werd bekend dat het Chinese Nuctech bagagescanners op de luchthaven van Straatsburg mag plaatsen. Hoe naïef is dat. We weten dat de Chinezen ons offensief bespioneren. Dan kun je ze onmogelijk in de kritieke infrastructuur producten laten leveren.”
Onafhankelijk
Berendsen meent dat Europa in de toekomst een gebalanceerde handelsrelatie met China moet krijgen. Hiervoor moeten Europese landen volgens hem nog een harde confrontatie aangaan met zichzelf: „We moeten werken aan een onafhankelijke positie ten opzichte van China en niet naïef denken over Chinese investeringen in strategische sectoren.”
Om die zelfstandigheid te krijgen stelt VVD’er Groothuis voor om vanuit EU-wetgeving wederkerigheid af te dwingen in de relatie met China. „Als Chinese bedrijven oneerlijk concurreren of gebruikmaken van Oeigoerse slavenarbeid, dan moeten we die goederen van onze markt weren.”
„De domineesaanpak werkt niet tegen China. We kunnen niet tegen Xi zeggen: Gij zult geen mensenrechten schenden in Xinjiang”, zegt Groothuis: „We moeten China dus aanpakken door eigen grenzen te stellen.”
Is de VVD-politicus niet bang voor een handelsoorlog met China? Groothuis: „We vragen alleen om een wederkerige relatie en oog voor onze veiligheidsbelangen. Dat doet China omgekeerd ook en heeft dan ook niets te maken met de confrontatie zoeken.”