De klagende organisaties stellen dat de minister zich onder meer schuldig maakt aan discriminatie bij de uitoefening van zijn ambt, groepsbelediging en het aanzetten tot haat en discriminatie. Volgens de Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR), die namens de moskeeën en de islamitische organisaties het woord voert, is het plan van de minister in strijd met de Grondwet.

Wiersma wil weekendscholen extra controleren door de Onderwijsinspectie omdat uit een onderzoek van Nieuwsuur en NRC uit 2019 zou blijken dat zeker vijftig moskeescholen onder invloed staan van het salafisme, een fundamentalistische stroming binnen de islam. Op verschillende plekken zouden kinderen leren de Nederlandse ‘ongelovige’ samenleving af te wijzen, en dat homoseksuelen de doodstraf verdienen.

Een woordvoerder van SPIOR zegt dat Wiersma met zijn plan in strijd handelt met de vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging: „Je kan niet met beleidsvoorstellen komen die haaks staan op de Grondwet.”

De zegsman van de SPIOR stelt dat minister Wiersma willens en wetens negatieve adviezen over zijn plan naast zich neerlegde. Vorige week meldde NRC dat de ambtenaren van het ministerie, de landsadvocaat en de Onderwijsinspectie tegen de plannen zijn. Die zouden hoogstwaarschijnlijk onhaalbaar, onuitvoerbaar en ongrondwettelijk zijn.

Reacties

De reacties in politiek Den Haag op de aangifte lopen nogal uiteen. Minister Wiersma zelf reageert neutraal. Volgens zijn woordvoerder heeft de bewindsman kennis genomen van de aangifte en blijft hij achter zijn standpunt staan dat toezicht nodig is „op plekken waar signalen bekend zijn van radicaal gedachtegoed”.

De minister wil voorkomen dat informeel onderwijs „kan worden misbruikt om kinderen radicale gedachten, uit welke hoek dan ook, mee te geven die tegen onze democratische rechtstaat in gaan”.

VVD-Kamerlid Mariëlle Paul van vindt het „tamelijk bizar” dat honderden moskeeën en islamitische organisaties aangifte hebben gedaan tegen de onderwijsminister die ook haar partijgenoot is.

Paul van Meenen (D66) vraagt zich af of aangifte doen wel de juiste manier is om bezwaar te maken. CDA-Kamerlid René Peters zegt dat discriminatie nooit mag. De christendemocraat vindt wel dat ingrijpen bij „echte misstanden” moet kunnen.

Stephan van Baarle van DENK zegt de strekking van de aangifte te ondersteunen. Hij vindt dat de minister niet uit moet gaan van wantrouwen.