„Wie kent een Bijbelvertaling die in de hele wereld echt uniek is?”
In de bekende gelijkenis van Jezus vraagt de verloren zoon bij thuiskomst niet voor niets aan zijn vader: Maak mij tot een van uw huurlingen. „Een huurling had in die tijd een lage status en minder zekerheden dan een goed behandelde slaaf.”
Dr. P. de Vries gebruikt dit voorbeeld vrijdagmorgen in zijn lezing op een toerustingsdag van Hebron Missie, gevestigd in Amerongen, over hermeneutiek. Dr. De Vries, emeritus predikant in de Hersteld Hervormde Kerk (HHK), dacht samen met circa 150 aanwezigen na over ”praktische toepassingen voor het verstaan van de Schrift”.
Om het Woord van God goed te begrijpen en te interpreteren, is kennis van de cultuur waarin de Bijbel ontstond erg dienstig, betoogt de theoloog. „Dan moet je dus iets weten over de leefomstandigheden van huurlingen en slaven. Een ander voorbeeld: as op je hoofd strooien, wat betekende dat eigenlijk?”
Als docent vroeg en vraagt dr. De Vries weleens aan studenten of ze een Bijbelvertaling kunnen noemen die echt onvergelijkbaar is met alle andere vertalingen. „Dan blijft het stil. Het goede antwoord luidt: de Septuagint. Want deze Griekse vertaling van het Oude Testament bestond al voor Jezus op aarde kwam. En wordt door de Heiland en de apostelen regelmatig geciteerd.”
Zoekprogramma
Een predikant of gemeentelid die aan Bijbelstudie doet, doet er goed aan om, liefst voordat hij een Bijbelverklaring ter hand neemt, via een concordantie of zoekprogramma na te gaan waar bepaalde woorden in de Schrift nog meer voorkomen, vindt dr. De Vries. „En degenen die de grondtalen beheersen, zou ik dan met name een zoekprogramma op de Septuagint aanraden. Dat leidt regelmatig tot verrassende ontdekkingen.”
Als voorbeeld noemt hij de in het Nieuwe Testament vaak voorkomende woorden dat Jezus verheerlijkt was of verheerlijkt moest worden. „Als je dan met een zoekprogramma door de Septuagint gaat, zie je dat ditzelfde woord ook voorkomt in Jesaja 52 en 53, en kun je verbanden gaan zien.”
Evangelie
Een ander voorbeeld is het woord ”evangelie”. „Ten tijde van Jezus was dit een heel gangbaar, gewoon woord. Het betekende een goede of blijde boodschap, die bijvoorbeeld betrekking kon hebben op belastingverlaging. Maar daarmee is niet alles gezegd. Stop je de term in een zoekmachine voor de Septuagint, dan zie je dat dit woord ook veel voorkomt in de tweede helft van Jesaja, en gebruikt wordt voor verlossing uit de ballingschap en de komst van de Knecht des Heeren. Dan gaat zo’n woord voor jou als Bijbellezer veel meer oplichten.”
Problematisch aan de moderne hermeneutiek, dus de regels en principes die gebruikt worden bij het uitleggen van de Bijbel, is dat die de Schrift ziet als een losse en willekeurige verzameling van zeer uiteenlopende boeken, stelt dr. De Vries. „Dat leidt snel tot Schriftkritiek, omdat het ene boek het ander dan zou tegenspreken. Daarom moeten we de gedachte vasthouden dat in die veelheid van schrijvers en stijlen toch die ene, levende God tot ons spreekt. Heel Gods Woord is door Hem uitgeademd.”
Is het dan geen reformatorisch principe om vrijheid van exegese voor te staan? Jawel, zegt de predikant, althans op punten die niet de heilsleer betreffen. „Dat de geweldigers het Koninkrijk der hemelen met geweld innemen, wordt door velen betrokken op de strijd van gelovigen om in dat Koninkrijk in te gaan. Anderen zeggen: dit gaat over Herodes en Pilatus die het evangelie tegenstaan. Over zoiets mag je best van mening verschillen.”
Geïnfecteerd
Voor dr. De Vries houdt vrijdagmorgen dr. M. Klaassen een referaat. Hij laat aan de hand van de geschiedenis van de Free Church of Scotland zien hoe deze kerk aan het eind van de negentiende eeuw „in enkele decennia” de Bijbelse leer kwijtraakte. „Onder de indruk van de moderne wetenschap liet de kerk haar studenten in Duitsland studeren, waar zij geïnfecteerd werden met het historisme. Zo kwam de hoogleraar Marcus Dods (1834-1909) ertoe te stellen dat de leer van de inspiratie een ketterse leer was. En verloor de kerk in Schotland in korte tijd de kern van het christelijk geloof.”