Kabinet: Internationaal steeds meer verzet tegen lhbti-beleid
Het kabinet probeert zich tijdens internationale overleggen van de Europese Unie en Verenigde Naties in te zetten voor lhbti-rechten, maar stuit daarbij steeds vaker op weerstand van landen die hier weinig mee op hebben.
Dat schrijven de ministers Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel). De bewindslieden willen daarom meer samenwerken met gelijkgestemde landen om hier tegenin te gaan.
De ministers merken dat „een groeiend aantal EU-lidstaten consequent onderhandelingen over documenten blokkeert als het gaat om lhbti-rechten. Zij proberen bijvoorbeeld alle verwijzingen naar gendergelijkheid of het tegengaan van discriminatie op grond van seksuele oriëntatie te schrappen.” De bewindslieden benoemen niet welke landen dat doen. Elders in de brief schrijven ze wel dat Hongarije regelmatig de lhbti-gemeenschap onder vuur neemt en dat een wetsvoorstel om het homohuwelijk te legaliseren in Tsjechië op veel weerstand is gestuit.
Soms liggen landen dwars omdat ze een conservatief standpunt hebben waar het aankomt op lhbti-thema’s, zeggen de ministers. Dat is bijvoorbeeld de reden dat er na twee jaar nog steeds geen gezamenlijke reactie is op een EU-rapport over burgerschap.
Over de manier waarop Nederland opkomt voor lhbti-rechten in het buitenland is regelmatig gediscussieerd rond het WK in Qatar. Tijdens het duel tussen Nederland en Qatar droeg sportminister Conny Helder een OneLove-speldje om zich uit te spreken voor mensenrechten en tegen alle vormen van racisme en discriminatie. De landelijke lhbti-belangenorganisatie vond het „nogal slap” dat ze dit nauwelijks zichtbare speldje droeg en niet een veel meer in het oog springende band om haar arm.