Automatische dwangsom voor wachtende asielzoekers mag uitblijven
De overheid hoeft asielzoekers die niet tijdig uitsluitsel krijgen over hun aanvraag niet automatisch een vergoeding te betalen. De Raad van State (RvS) heeft dat woensdag bepaald.
In het verleden gold dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voor elke dag dat een besluit over zo’n aanvraag te laat genomen werd een dwangsom moest betalen met een maximum van 1442 euro. Maar in 2020 nam het parlement een tijdelijke wet aan waarin deze bepaling werd opgeschort. De Raad van State zegt nu dat die bestuurlijke bepaling niet in strijd is met het Europees recht.
Het afschaffen van de zogenoemde rechterlijke dwangsom in deze zaken is volgens de Raad van State wél in strijd met Europees recht. Dat betekent dat in individuele zaken een rechter zo’n dwangsom wel mag opleggen. „Het is voor de rechtszekerheid en het vertrouwen in de overheid belangrijk dat de staatssecretaris op tijd beslist over asielaanvragen. Zonder de rechterlijke dwangsom heeft een vreemdeling geen effectief middel om de staatssecretaris ertoe te bewegen op tijd een besluit te nemen”, aldus de RvS hierover.
Eerder oordeelden twee rechtbanken dat de tijdelijke wet die het parlement aannam in strijd is met Europese regelgeving, maar hiertegen ging de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in beroep. Tot de uitspraak van de RvS gold al dat de IND geen dwangsommen meer uitkeerde.
Dat de RvS het afschaffen van de rechterlijke dwangsom niet toestaat, noemt VluchtelingenWerk Nederland in een reactie „zeer belangrijk”. Volgens de organisatie is het „met de huidige opvangcrisis belangrijker dan ooit dat er een stok achter de deur is voor de overheid om zich aan de wettelijke beslistermijn te houden”. VluchtelingenWerk Nederland vindt het dan ook „logisch dat de rechter niet akkoord gaat” met het afschaffen ervan.