Partijen willen meer geld voor weg en spoor in Noord-Nederland
Er moet meer geld naar de infrastructuur in Noord-Nederland gaan, vinden meerdere partijen in de Tweede Kamer. Het kabinet maakte onlangs bekend ongeveer 7,5 miljard euro in wegen, rails en fietspaden te investeren, maar slechts een klein deel hiervan gaat naar het noorden van het land. Onder meer het CDA, de PvdA, ChristenUnie, JA21 en BBB vinden dat investeringen voor het Noorden achterblijven en willen hier meer geld voor vrijmaken.
Volgens CDA’er Harry van der Molen wordt het Noorden „sterk onderbedeeld”. Hij wijst erop dat van de totale investeringen slechts vier procent terechtkomt in de provincies Groningen, Drenthe en Friesland. Van der Molen vindt het niet voldoende dat het kabinet naar de Lelylijn, van Lelystad naar Groningen, verwijst. „Met een beetje geluk ligt die er pas over tien jaar.” Ook PvdA’er Habtamu de Hoop vindt de verdeling „te oneerlijk”. CU-Kamerlid Stieneke van der Graaf ziet ook dat het Noorden „achterblijft”. Zij pleit wederom voor de aanleg van de Nedersaksenlijn, die van Groningen naar Enschede moet lopen via Emmen.
Ook willen partijen meer aandacht voor het spoortraject tussen Zwolle en Meppel. Deze ‘flessenhals’ op het spoornet is de enige route naar het Noorden. Vaak ligt het traject eruit, gemiddeld zo’n negen uur per week. Daardoor is het Noorden slecht bereikbaar met de trein. JA21 en BBB willen dat het kabinet hier 75 miljoen euro extra voor uittrekt. Ook het CDA is voorstander van een grotere investering in dit gedeelte van het spoor.
Minister Mark Harbers (Infrastructuur) en staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur) verdedigen de keuze om 65 procent van de investeringen te doen in de Randstad en 35 procent in de rest van het land. Zij wijzen erop dat in de Randstad de komende jaren de meeste woningen worden bijgebouwd. Al die huizen hebben wegen en ov-verbindingen nodig. Daarom is volgens Harbers daar een „grotere ingreep” nodig en ziet hij het „minder zwart-wit” dan een deel van de Kamer. Hij benadrukt dat ook geïnvesteerd wordt in de regio’s Eindhoven en Arnhem-Nijmegen.
Heijnen erkent dat ze „echt even moest slikken, zacht gezegd” toen ze zag hoeveel geld er bijvoorbeeld naar het doortrekken van de Noord-Zuidlijn gaat. In totaal wordt maar liefst 5,4 miljard euro geïnvesteerd in de regio Amsterdam, waarvan het Rijk 4,1 miljard betaalt. Maar investeringen daar geven verlichting in omringende regio’s, aldus Heijnen.