Dat hebben minister Van der Hoeven (Onderwijs) en haar staatssecretaris Rutte donderdag in Utrecht gezegd, nadat ze in die stad en in Amsterdam vier initiatieven hadden bezocht voor de oprichting van een imamopleiding. Van der Hoeven benadrukte dat zo’n opleiding niet van bovenaf moet worden opgelegd, maar vanuit islamitische organisaties en onderwijsinstellingen zelf moet komen.

Het is volgens de bewindslieden nog te vroeg om te streven naar een imamopleiding in 2005, maar de opleiding tot islamitisch geestelijk verzorger heeft volgens Van der Hoeven de kans om uit te groeien tot een imamopleiding. Bovendien is er veel behoefte aan zo’n kortere opleiding voor geestelijk verzorgers in bijvoorbeeld gevangenissen en bejaardenhuizen en biedt deze ook kansen voor meisjes.

Initiatieven die erkenning willen krijgen, moeten aansluiten bij bestaande opleidingen en volgens Rutte net als andere opleidingen aan de eisen van kwaliteit en doelmatigheid voldoen. Wel kan hij procedures versnellen en initiatieven met voorrang behandelen. Ook is daar geld beschikbaar voor. Van der Hoeven zei wel dat het tijd wordt dat de islamitische gemeenschap de eigen voorgangers zelf gaat betalen.

Minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie), die ook aan de rondgang deelnam, zei vorige maand dat het onwenselijk en wettelijk onmogelijk is voor de Nederlandse overheid om één brede imamopleiding op te zetten. Dat komt door de scheiding van kerk en staat, maar ook omdat er in de onderling verdeelde moslimgemeenschap weinig draagvlak is voor zo’n opleiding.

De Tweede Kamer dringt in het kader van integratie al een tijd aan op een Nederlandse imamopleiding. Ook wil de Kamer dat er vanaf 2008 geen buitenlandse geestelijke bedienaren meer worden toegelaten.