Alphons Katan (95) overleden, zat als kind tijd in Westerbork
Deze maand is op 95-jarige leeftijd de Joodse Alphons Katan overleden, die tijdens de Tweede Wereldoorlog een half jaar in kamp Westerbork heeft gezeten. Zijn familie heeft dat in een overlijdensadvertentie in NRC bekendgemaakt. Katan, die beide ouders verloor in concentratiekampen en een boek schreef over zijn ervaringen, stierf op 3 mei in de Franse gemeente Calès.
Katan (1930) woonde aan het begin van de oorlog in Leeuwarden. Zijn Joodse ouders werden in juli 1942 gearresteerd, waarna Katan door een Joods bejaard echtpaar werd opgevangen. Op een gegeven moment moesten Katan en het echtpaar naar kamp Westerbork. Hij werd vrijgelaten doordat een tante de Duitsers wist te overtuigen dat haar neefje half-Joods was.
Katans moeder werd vergast in Auschwitz. Zijn vader, die door ziekte klein en invalide was, werd naar Mauthausen gestuurd. Daar werd hij slachtoffer van medische experimenten en met een injectie in het hart vermoord.
Katan was na de oorlog onder meer raadslid en wethouder in De Bilt. Hij schreef in 2012 ook een boek met zijn levensverhaal. Katan bezocht Mauthausen voor het eerst in 1994, waar foto’s van zijn vader hingen die door de nazi’s waren gemaakt.