Houd de lofzang gaande in historische kerkgebouwen
Veel historische kerkgebouwen staan leeg en blijven op zondag op slot. We zouden creatiever moeten omgaan met mogelijkheden om deze te blijven benutten voor de eredienst.

Het kerknieuws stemt lang niet altijd vrolijk, maar van tijd tot tijd lees ik toch berichten waar ik blij van word. Zo’n bericht stond in de krant van 29 april: ”Gg Kampen blijft af en toe de Bovenkerk gebruiken”. De gereformeerde gemeente in de oude Hanzestad kerkte van oktober 2023 tot december 2024 in dit middeleeuwse kerkgebouw vanwege de verbouwing van haar eigen Poortkerk. Nu de Poortkerk helemaal vernieuwd is, is uitwijken naar de Bovenkerk niet meer nodig. Maar rond het afscheid kwam zowel vanuit de ledenvergadering van de gemeente alsook vanuit de beheerdersstichting van de Bovenkerk het idee op om vier keer per jaar naar deze kerk terug te keren. De kerkenraad heeft dit idee overgenomen.
Treffend is de motivatie. Er is het missionaire oogpunt dat de Bovenkerk vanwege de centrale ligging gemakkelijker toegankelijk is voor gelegenheidskerkgangers en zoekende mensen. Vooral gaat het erom dat het Woord er moet blijven opengaan en de lofzang er moet blijven klinken. Ik kan mij daarnaast voorstellen dat kerkgangers iets willen vasthouden van de ervaren verbondenheid met de vele vorige generaties Kampenaren die op deze plek zijn gedoopt, zijn getrouwd, het Woord hebben gehoord, hun geloof hebben beleden en avondmaal hebben gevierd.
Maar al te vaak worden oude kerken afgebroken of omgebouwd
De protestantse gemeente in Kampen heeft voor de zondagse kerkgang de Bovenkerk niet meer nodig, zodat er al jaren geen erediensten meer gehouden werden. Het is aangrijpend wanneer een bedehuis waarin eeuwenlang Gods Woord is verkondigd aan zijn primaire bestemming wordt onttrokken. Maar al te vaak worden historische kerken ofwel afgebroken ofwel omgebouwd tot boekhandels, bibliotheken, appartementengebouwen, ateliers enzovoort. Zo vergaat het de Bovenkerk gelukkig niet.
Het zou mijns inziens waardevol zijn wanneer dit Kampense voorbeeld brede navolging zou vinden. Om te beginnen in Kampen zelf door andere kerkgenootschappen, en verder nationaal. Nederland telt veel mooie kerkgebouwen, groot en klein. Ze getuigen ervan hoe de HEERE in ons vaderland Zijn sporen getrokken heeft door Woord en Geest. Daarom vertegenwoordigen die gebouwen een kostbaar erfgoed dat om verantwoord beheer vraagt.
Elk jaar verzorgt de Gereformeerde Bijbelstichting een fraaie kalender met afbeeldingen van kerken waarin eeuwen geleden een gereformeerde prediking is gebracht. Dikwijls betreft het kerken die nu leegstaan of waar alleen op zondagmorgen een eredienst wordt gehouden. Is het vreemd om te opperen dat kerkenraden en gemeenten binnen de gereformeerde gezindte actief mogelijkheden gaan onderzoeken om in naburige historische kerkgebouwen van tijd tot tijd erediensten te beleggen?
Dit kan ertoe bijdragen dat deze gebouwen hun ware bestemming behouden. Mooie neveneffecten hiervan zouden kunnen zijn dat de onderlinge verhoudingen tussen kerkgenootschappen verbeteren, dat kerkgangers wat meer over de muren van hun eigen denominatie heen leren kijken, meer historisch besef krijgen en –niet het minste gevolg– dat de gereformeerde prediking wellicht voor een breder publiek toegankelijk wordt.
Een plaatselijke gemeente mag dankbaar zijn voor haar eigen kerkgebouw en zal als het goed is graag offeren voor het behoud daarvan. Laat zij daarnaast bredere verantwoordelijkheid nemen voor bedehuizen in de omgeving die met sluiting worden bedreigd. ‘Kampen’ laat zien dat een en ander heel goed kunnen samengaan.
De auteur is emeritus hoogleraar gereformeerde spiritualiteit.
Wisselende scribenten over ontwikkelingen in kerk en maatschappij