Tatcher

Gorbatsjov

Lubbers
Hoe zou je de jaren tachtig kunnen typeren? Is het einde van de Koude Oorlog niet het meest in het oog springend? Onder Gorbatsjov, die in 1985 secretaris-generaal van de communistische partij van de Sovjet-Unie wordt, zet de dooi in. Hij wil in de verstarde Sovjetmaatschappij allerlei hervormingen doorvoeren. Er komt meer ruimte voor kritische geluiden. De Oostblokstaten krijgen een grotere vrijheid ten opzichte van het Kremlin. Dat leidt tot een ontwikkeling die ook Gorbatsjov niet meer in de hand heeft. Aan een periode van veertig tot zeventig jaar communisme komt een eind. In sommige landen, zoals Roemenië en de DDR, gaat dat heel dramatisch; in andere landen, als Polen en Hongarije, heel geleidelijk. De val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 is daarbij een historisch moment.
In de eerste helft van de jaren tachtig staan Oost en West nog scherp tegenover elkaar. De Amerikaanse president Reagan beschouwt de Sovjet-Unie als het rijk van het kwaad. Hij kiest voor de harde lijn. Anderen in de westerse wereld maken zich in toenemende mate zorgen over de bewapeningswedloop. Acties tegen de kruisraketten brengen in Nederland honderdduizenden op de been. Vooral in progressief kerkelijke kring groeien de bezwaren tegen de kernbewapening, zonder dat men overigens een reëel alternatief weet aan te wijzen, een alternatief waarbij het Westen zich niet aan de heersers in het Kremlin zal uitleveren.
De jaren tachtig gelden ook als een no-nonsense-tijdperk. Allerlei idealen over een structurele hervorming van de maatschappij hebben hun aantrekkingskracht verloren. De tijd van de culturele revolutie is voorbij. Er komt een pragmatische generatie op, die zich vooral richt op haar persoonlijke ontplooiing en werkt aan haar eigen carrière.
In plaats van op de toenemende staatsbemoeienis, die geleid heeft tot zware belastingdruk en groeiende overheidstekorten, worden de verwachtingen nu weer op de markt gericht. Bedrijven die vanouds in overheidshanden zijn geweest of in het verleden genationaliseerd zijn, worden geprivatiseerd. Een staatsbedrijf is niet meer synoniem met dienstverlening in het algemeen belang, maar met povere kwaliteit en gebrek aan efficiëntie.
In Groot-Brittannië komt na jarenlang Labour-bewind Margaret Thatcher aan het roer. En dat voor een periode van elf jaar. De ‘iron lady’ past echter niet in het rijtje van progressieve feministen. Veeleer roept zij door haar nadruk op nationalistische en burgerlijke waarden hun weerzin en afkeer op.
In Nederland doet Lubbers, die van 1982 tot 1994 onafgebroken premier is, zijn best om met harde ingrepen de zieke Nederlandse economie te saneren en de steeds meer uitgedijde welvaartsstaat te besnoeien. De ingrepen zijn soms pijnlijk. Toch willen de meeste kiezers dat hij zijn karwei afmaakt. Het CDA profiteert van zijn populariteit. Bij de verkiezingen van 1986 boekt de partij niet minder dan negen zetels winst. Sommigen in het CDA denken dat hun partij het land regeert. Dat zal in het volgende decennium een bittere tegenvaller worden.

Berlijnse Muur

Rijn-Schelde-Verolme


Anti-kernwapendemonstratie

Paus Johannes Paulus II

Wereldraad van Kerken

Van Lodenstein