Klaasje Compagner als vrijwilliger actief in Staphorst
Tijd is kostbaar. Waar zetten we ons vrijwillig voor in en waarom?
„Hoe lang ik al vrijwilligerswerk doe? Ik denk al meer dan twintig jaar. Ik begon voor de Nederlandse Patiëntenvereniging. Daar doe ik bezoekwerk voor. Momenteel kom ik ongeveer één keer per maand bij een vrouw van 79 jaar. Zij woonde tot twee maanden geleden op zichzelf. Nu woont ze in woon-zorgcentrum De Meestershof. Ik ga bij haar even een uurtje koffie drinken en een praatje maken. Het is belangrijk om er eventjes voor iemand te zijn. Mensen willen graag hun verhaal kwijt. Soms zijn er ook goede gesprekken. Dertien jaar geleden overleed mijn man na een ziekte. Hij is 55 jaar geworden. Door zijn overlijden moest ik weer gaan werken. Nu hoeft het niet meer, maar ik werk nog steeds enkele ochtenden per week in de huishouding. Dan ben ik er uit.
Ik doe nu een keer per maand het werk als verkeersbrigadier. Elke dag komen er veel kinderen vanuit Rouveen naar de Koning Willem-Alexanderschool in Staphorst. Op de stovonde, een verkeersplein bij het viaduct van de snelweg, is het altijd erg druk. Met twee mensen zorgen we dat de kinderen veilig de Gemeenteweg over kunnen steken.
De meeste fietsers komen tussen 8.15 en 8.35 uur. Om 8.45 uur start de school. Soms regent het en in de winter kan het flink koud zijn. Maar daar kun je je op kleden. Gelukkig heb ik het nog nooit meegemaakt dat er een ongeluk is gebeurd. Enkele keren per maand help ik bij de kerkbibliotheek in de Leerkamer, het verenigingsgebouw van de hersteld hervormde gemeente. De bieb is drie keer per week open. Er komen heel wat mensen. Staphorsters lezen veel. Dat doe ik zelf ook. Het is verleidelijk om in de bieb zelf ook even tussen de boeken te kijken. Meestal neem ik wel een stapeltje boeken mee. Sinds drie jaar komt één keer per maand een bewoonster van Streekheim, van Adullam, een uurtje bij me thuis. Ik ben een van haar twee gastvrouwen. Als ze er is, praten we met elkaar en doen we een potje mens-erger-je-niet. Ook maken we weleens een wandeling, bijvoorbeeld in het bos bij de Zwarte Dennen. Op deze manier kan ik haar wat afleiding geven.”
Thuis of buitenshuis?
„Ik kies voor buitenshuis. Ik wil er graag even opuit om contacten te hebben. Ik woon samen met mijn dochter van 33 jaar. Zij werkt onder andere in een woon-zorgcentrum. Voor mij is het fijn om er even uit te zijn.
Het brigadieren op straat is bijvoorbeeld belangrijk. Vroeger woonden we dicht bij de Koning Willem-Alexanderschool. Al meer dan tien jaar help ik bij het brigadieren. Ik ben er mee doorgegaan nadat ik ben verhuisd naar een andere plek in Staphorst. Ik doe het één keer per maand. Gehuld in een oranje jas gaan we met een bordje in de hand de weg op om het verkeer te laten stoppen.
Ik ervaar het werk als nuttig. Op de Gemeenteweg in Staphorst is het druk. Het is belangrijk om de kinderen veilig naar de overkant te helpen. Er zijn veel vrijwilligers die meedoen. Dus het werk wordt gespreid. Je hoeft niet vaak te helpen.”
Dienen of verdienen?
„Dienen. Het is onze christenplicht om naar de naaste om te zien. Het is eigenlijk voor iedereen een plicht, maar vooral voor een christen. Het werk voelt overigens niet als een plicht. Ik doe het vrijwilligerswerk graag.
Als je je kunt inzetten, dan moet je het ook doen. Overal zijn vrijwilligers nodig. In Staphorst helpen mensen elkaar gelukkig veel. Het vrijwilligerswerk past ook wel bij mij. Het is mooi om iets voor een ander te kunnen betekenen. Je krijgt er ook veel dankbaarheid voor terug. Mensen vinden het bijvoorbeeld fijn als je even langskomt.
Ik krijg van de instellingen waarvoor ik me inzet elk jaar een bedankje. Meestal is dat aan het einde van het jaar.
Overigens doe ik ook nog betaald werk. Ik doe een paar ochtenden in de week bij enkele mensen het huishouden.”
Rust of drukte?
„Allebei. Het is goed om rust te hebben, maar ik vind het ook fijn als ik drukte om me heen heb. Bijvoorbeeld wanneer mijn kinderen en kleinkinderen komen. De meesten wonen in Staphorst. Eén zoon woont met zijn gezin in Berkum, bij Zwolle.
Het brigadieren en het werk in de bibliotheek brengen drukte met zich mee. In de bieb ontmoet je mensen en spreek je met hen. Dat is gezellig.
Het bezoekwerk is juist heel rustig. Je krijgt er ook waardering voor terug als je mensen opzoekt.
Het liefst ben ik bezig met ouderen. Die zijn meer hulpbehoevend. Het werk met kinderen is ook mooi. Maar kinderen en jongeren kunnen vaak zichzelf wat makkelijker redden.
Van de Heere krijg ik de kracht om dit werk te kunnen doen.”