Binnenland

NS: Niets kan blijven zoals het was

NS zegt modern en flexibel te willen anticiperen op de onafwendbare externe ontwikkelingen van de komende jaren. Een nieuw dienstrooster per 10 juni vorig jaar zorgde vooraf en nadien voor anderhalf jaar grote arbeidsonrust met vervelende gevolgen voor de reiziger. Zoals het was kan het echter niet blijven, ook bij de NS niet.

Niek Sterk
12 April 2002 11:35Gewijzigd op 13 November 2020 23:31
Noordzij. - Foto
Noordzij. - Foto

Vier ontwikkelingen zijn de komende jaren van groot belang, zegt de NS-directie vrijdag tegen haar personeel. De chipcard brengt de reiziger meer gemak, de hogesnelheidslijn zorgt voor snellere verbindingen. Veel spoorlijnen zullen in de toekomst door regionale overheden worden aanbesteed en technische mogelijkheden zullen de informatievoorziening op een heel andere leest schoeien.

Interim-topman K. Noordzij legt uit wat voor de NS de keuzes zijn en waar het bedrijf voor wil gaan. „We willen een belangrijke speler zijn en blijven in het Nederlandse openbaar vervoer. In de Concessiewet die afgelopen weken in de Tweede Kamer is behandeld, is voorzien dat de NS een vergunning kan krijgen voor het hoofdrailnet van 2005 tot 2015, als er tenminste wordt voldaan aan de prestatie-eisen.”

Die keuze betekent echter ook dat de NS gaat meebieden bij aanbestedingen in de stadsgewesten en in de regio. „Voor dertien van die 22 contractlijnen gaan we zeker, omdat ze van groot belang zijn vanwege hun ligging ten opzichte van het hoofdrailnet of in de stadsgewesten. Twee daarvan horen bij Randstadrail, waarin de NS al deelneemt.” Bij negen andere moet de NS eerst bezien of er een voldoende rendabele exploitatie mogelijk is binnen de eisen die regionale overheden stellen, aldus de topman.

Negen van de 33 zogenaamde onrendabele lijnen uit de nota Derde Eeuw Spoor (1998) zijn inmiddels al opgenomen in de netwerken van Noordned (Friesland-Groningen) en Syntus (Achterhoek). Twee van de 33, Leiden-Utrecht en Amsterdam-Alkmaar, zijn inmiddels toch weer als onmisbaar ingelijfd in het hoofdrailnet. De overige 22 lijnen komen vanaf eind 2003 in de etalage, ter aanbesteding door lagere overheden.

NS gaat ook de hsl-zuid en hsl-oost exploiteren. Noordzij: „De ICE naar Duitsland exploiteren we al, de High Speed Alliance (KLM en NS) bereidt nu de exploitatie van de hsl-zuid voor, die vanaf eind 2006 een feit moet zijn.”

Wat betreft de kaartverkoop heeft het traditionele treinbiljet z’n langste tijd gehad. De chipkaart voor het hele openbaar vervoer nadert, na lange perioden van uitstel, nu toch de introductie. Net als de toegangspoortjes op de perrons, die een groot deel van de agressie in de treinen moeten voorkomen, omdat zwartrijders er al voordat ze in de trein stappen, worden uitgepikt. Een deel van de conducteurs die nu op de trein meerijden, zal daarom in de toekomst op de perrons hun werk doen.

Dat dat een lastig verkoopbare boodschap is, wordt duidelijk voor wie bedenkt dat de NS op dit moment in delen van de Randstad nog een conducteurstekort heeft. „De werving hiervoor gaat natuurlijk door tot er voldoende mensen zijn. En die blijven nodig. Uiteraard zal de NS in de werving duidelijk zijn over de toekomstige flexibiliteit. Conducteurs, machinisten en treinsurveilanten blijven tot 2010 verzekerd van werk bij NS Reizigers, als zij flexibel willen meegaan met de veranderingen. Die flexibiliteit betekent mogelijk wel dat hun huidige functie verandert of dat ze een andere werkplek krijgen”, aldus Noordzij. Na 2010 kan of moet een deel van hen aan de slag bij een andere maatschappij.

„En we gaan voor de technologie van de 21e eeuw, waarmee overigens alle spoorwegen in binnen- en buitenland te maken krijgen. Nieuwe computergestuurde systemen doen niet alleen hun intrede op de stations, maar ook in de treinen. De nieuwste stadsgewestelijke treinen kunnen alleen door een machinist worden gereden; vanuit de cabine kan hij alle deuren openen en sluiten.”

Veranderingen zijn onontkoombaar en deze zijn het waar we voor kiezen, zegt Noordzij. Dat die keuze grote gevolgen heeft voor het personeel, beseft hij heel goed. „Vandaar het belang voor de rijdende medewerker klaarheid en perspectief te scheppen. Dat doen we met werkzekerheid, gekoppeld aan flexibiliteit. Ik geloof dat mensen niets tegen veranderingen hebben, maar wel tegen opgedrongen veranderingen. Daarom gaan we onze plannen de komende weken met alle betrokken medewerkers bespreken. Ik vertrouw erop dat we elkaar hierin kunnen vinden.”

Zoals het was kan het niet blijven, ook bij de NS niet. Dat het bedrijf en daarmee de reiziger ook de komende jaren niet van onrust in welke vorm dan ook verschoond zullen blijven, moge duidelijk zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer