Zaten Koerden achter aanslag in Istanbul? Het is speculeren
De Turkse autoriteiten legden de verantwoordelijkheid van de aanslag in Istanbul van zondag bij de PKK. De Koerdische afscheidingsbeweging ontkent. Experts reageren voorzichtig.
Zwaarbewapende eenheden van de Turkse politie dringen maandag een appartement in Istanbul binnen om daar een vrouw in de boeien te slaan. In een van de kamers ligt een legerbroek op de grond: de kledij waarin de dader op beelden van bewakingscamera’s is vastgelegd. Het is allemaal te zien op beelden van de arrestatie die de Turkse politie maandag naar buiten bracht. De vrouw zou de dader zijn van de aanslag van zondag in het centrum van Istanbul. Zeker zes mensen kwamen daarbij om het leven; meer dan tachtig raakten er gewond.
Agenten leiden de vrouw, Ahlam A., door een parkeergarage naar buiten en duwen haar een politiewagen in. Op latere politiefoto’s is een verwilderde vrouw te zien in een paarse trui met daarop in grote letters ”New York”.
Al snel komt de politie met meer informatie over haar achtergrond. Ahlam zou Syrische zijn en voor de aanslag zijn aangestuurd vanuit de Noord-Syrische stad Kobani, waar het hoofdkwartier van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) gevestigd is. Ze zou maandag hebben erkend daar te zijn getraind door de PKK en de Koerdische militie YPG. Dat is de militie die een belangrijke rol speelde in het verslaan van Islamitische Staat (IS) in Syrië en daarbij nauw samenwerkte met de Verenigde Staten.
Volgens de politieverklaring is de vrouw vier maanden geleden vanuit de Noord-Syrische Afrinregio naar Istanbul gekomen en deed ze zich voor als textielwerker. Min of meer gelijktijdig met haar arrestatie sloeg de politie nog 46 mensen in de boeien op verdenking van betrokkenheid bij de aanslag.
Wantrouwen
De razendsnelle ‘oplossing’ van de zaak riep her en der scepis op. Is het reëel het hele verhaal achter de aanslag zo snel boven tafel te hebben en tientallen betrokkenen? De Israëlische commentator Seth Frantzman deelde op Twitter aan zijn meer dan 57.000 volgers de nodige twijfels. „Iedereen die de Israëlische contra-terreur volgt, weet dat je een zaak als dit nooit binnen 12 uur hebt gesloten; zelfs met goede bewakingsbeelden kost het tijd de daders te vinden en netwerken in kaart te brengen.”
Wat het wantrouwen voedde, was het gegeven dat de Turkse autoriteiten een verbod afkondigden om in de media of op kanalen als Twitter en Facebook te speculeren over de toedracht van de aanslag. Enkel officiële verklaringen van de autoriteiten mochten worden gepubliceerd. Sommige critici beweren daarom dat de Turkse autoriteiten de aanslag aanwenden om de PKK in het noorden van Syrië een flinke slag toe te brengen, als ze de aanlag al niet zelf georkestreerd heeft.
Dries Lesage, hoogleraar internationale betrekkingen in Gent en Turkije-specialist, wil voorzichtig zijn. „Ik sluit niet uit dat de Turkse autoriteiten de dader gewoonweg snel te pakken hebben”, zegt hij telefonisch. Hij tekent aan dat de politie na een aanslag bovendien wel vaker een ruim net uitgooit naar mogelijke betrokkenen. Uit ondervragingen moet dan blijken of ze werkelijk een aandeel hebben of snel kunnen worden vrijgelaten.
Zonder meer de verklaringen van Turkije aannemen, lijkt Lesage echter ook nog niet verstandig. „Er is een gebrekkige scheiding van de machten in Turkije. Daarom is het sowieso nuttig een slag om de arm te houden.”
Een aanslag uit Koerdische hoek acht de hoogleraar tenminste een logische mogelijke verklaring. Wat hem betreft zou in het lijstje van verdachten ook de militie van de Koerdische Vrijheidsvalken (TAK) een plek moeten krijgen. „Grote aanslagen op burgers in 2016 in Ankara en Istanbul zijn door TAK opgeëist”, motiveert hij.
Koerdische aanslagen
TAK is een splintergroep van de PKK en zou geen relatie meer onderhouden met de moederpartij. Maar is dat ook werkelijk zo? Lesage wijst erop dat prominente figuren binnen de officiële Koerdische partij in Turkije, HDP, in het verleden op bezoek gingen bij nabestaanden van zelfmoordterroristen van de TAK. Van de HDP wordt algemeen aangenomen dat er banden met de PKK zijn, dus waarom ook niet tussen de TAK en de PKK? „Gebruikt de PKK de TAK voor vuile klussen waar ze om tactische redenen zelf geen verantwoordelijkheid voor wil nemen?”, oppert Lesage.
De hoogleraar benadrukt dat hij vooralsnog enkel kan speculeren. „Mogelijk blijkt straks dat IS achter de aanslag zat. Duidelijk is echter dat er in het verleden vanuit Koerdische hoek aanslagen op burgers zijn gepleegd. Een hoge functionaris van de PKK, Duran Kalkan, dreigde in een interview in april bovendien met aanvallen op grote Turkse steden.”
Een motief aanwijzen vindt Lesage lastig. „Een aanslag is ook niet per se rationeel gemotiveerd. Het kan ook een wanhoopsdaad zijn. PKK-eenheden kregen de laatste maanden veel zware klappen gekregen in Syrië, Irak en Turkije. We weten het niet.”
Het lijkt Lesage sterk dat Turkije zelf achter de aanslag zit. „Een aanslag heeft Ankara niet nodig als voorwendsel om de PKK een slag in Syrië toe te brengen. Belangrijker daarbij is de afweging of Turkije het wat betreft geopolitieke verhoudingen kan maken.”