Ruzie Italië en Frankrijk over migrantenschip heeft lange voorgeschiedenis
De 231 passagiers van het immigrantenschip Ocean Viking, die Italië niet liet ontschepen, zijn inmiddels tegen heug en meug door Frankrijk opgevangen. Maar het Frans-Italiaanse diplomatieke steekspel gaat voort.
De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Catherine Colonna, beoogde zaterdag in een interview dat Italië het internationale recht heeft overtreden en dat Frankrijk zal reageren, als het niet op zijn schreden terugkeert. Intussen heeft Frankrijk al 500 gendarmes extra ingezet aan de grens met Italië om migranten tegen te houden. Van Italiaanse zijde spreken premier Giorgia Meloni en minister van Buitenlandse Zaken Antonio Tajani van een onbegrijpelijke en overdreven reactie van Franse zijde, maar kondigen daarbij tegelijk aan dat Italië niet van zins is om zijn beleid bij te stellen.
Wie de Italiaans-Franse relaties volgt, ervaart bij het huidige gekift onvermijdelijk een Aha-Erlebnis: het is weer zover. Frankrijk en Italië, soms omschreven als ”Romaanse zusters” binnen Europa, zijn regelmatig in een familiestrijd verwikkeld.
Het zou wat ver gaan om in de historie daarvan terug te gaan tot Caesars verovering van Gallië of de bezetting van Italië door Napoleon, maar een goed begin is 1881. In dat jaar pikte Frankrijk Tunis in, waar het toen nog jonge Koninkrijk Italië al jarenlang een oogje op had. Daarop brak Italië met het buurland, om een verbond aan te gaan met Duitsland en Oostenrijk. Een halve eeuw later was het Mussolini, die Nice en Corsica opeiste en in 1940 Frankrijk de oorlog verklaarde, toen de Duitsers al voor Parijs stonden.
Na de oorlog verbeterde de relatie, zij het niet zonder incidenten. Zoals in 2011, toen Frankrijk straaljagers inzette tegen kolonel Muammar Gaddafi, die de toenmalige Italiaanse premier Silvio Berlusconi als een vriend beschouwde. De daaropvolgende bendestrijd in Libië is daarom ook wel gedefinieerd als een conflict tussen de Italiaanse staatsoliemaatschappij ENI en het Franse Total.
Champagne
In 2017 blokkeerde de pas tot president verkozen Emmanuel Macron de overname van het militaire scheepsbouwcomplex Saint Nazaire door het Italiaanse Fincantieri. Een paar maanden later hield Italië de overname van telecomgigant TIM door het Franse Vivendi tegen. Kort daarop susten de presidenten Mattarella en Macron de verhitte gemoederen met de plechtige ondertekening van een nieuw samenwerkingsverdrag.
In 2018, onder het populistische kabinet van Lega en de Vijfsterrenbeweging, laaide de tweedracht weer op. Het sluiten van Italiaanse havens voor migranten noemde Macron „om te kotsen.” De Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken, Matteo Salvini, sneerde vervolgens dat de Franse president te veel champagne dronk. Een paar maanden later brachten Franse gendarmes in de Alpen een groepje immigranten illegaal terug over de grens, wat weer leidde tot hevig verontwaardigde Italiaanse reacties.
Ook Vijfsterrentopman Luigi Di Maio, toen minister van Arbeid, deed een duit in het zakje door een solidariteitsbezoek te brengen aan leiders van de Gele Hesjes beweging, die Macron het vuur na aan de schenen legde. Kort daarop beschuldigden Di Maio en Meloni Frankrijk van koloniale uitbuiting, omdat de Afrikaanse franc in Parijs wordt gedrukt. Voor Macron aanleiding om de Italiaanse ambassadeur te ontbieden.
Daarna was het rustig tot na de vorming van het kabinet-Meloni de Franse minister van Europese zaken, Laurence Boone, bezwoer dat zij het respect voor vrijheid en recht in Italië nauwlettend in de gaten zou houden, waarop Meloni verklaarde dat zij zich met haar eigen zaken moest bemoeien.
En nu is er sprake van weer een Italiaans-Franse crisis. Fransen zien Italianen vaak als onbetrouwbaar en weinig serieus, terwijl zijzelf in Italië in de volksmond als arrogant en chauvinistisch worden gekenschetst. Wederzijdse vooroordelen, natuurlijk, maar ze worden soms ook bevestigd.