Zeewater dreigt eilanden onbewoonbaar te maken
Sommige eilanden in de Indische Oceaan zijn wellicht permanent onbewoonbaar geworden door de tsunami’s die op tweede kerstdag dood en verderf zaaiden. Dat meldde het Britse wetenschappelijke tijdschrift New Scientist woensdag op zijn website. De schade die het zoute water op de langere termijn aanricht, kan wel eens net zo groot blijken als die van de verwoestende vloedgolven zelf.
Volgens waterdeskundigen heeft op veel koraaleilanden, die bestaan uit poreus gesteente, het zoute zeewater de ondergrondse drinkwaterreserves vergiftigd. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is op zeker zeventien eilanden van de Maldiven geen druppel drinkbaar water meer aanwezig.
Daarbij komt dat de nu vergiftigde rotsen normaal gesproken fungeren als natuurlijke reservoirs, waarin zoet water wordt opgevangen en vastgehouden. Het zoute water kan uit deze reservoirs worden gepompt, maar de verzilting van de rotslaag zelf, is blijvend. Alleen overvloedige regenval kan de rotsen op den duur schoonspoelen. Dat proces kan volgens de Britse geologische dienst vele jaren duren.
Dat betekent dat deze atollen in feite voor lange tijd onbewoonbaar zijn. De bewoners zullen anders jarenlang afhankelijk zijn van de import van voedsel en drinkwater, of het gebruik van peperdure ontzoutingsinstallaties.
Ook op Sri Lanka richt het zoute water nog altijd grote verwoestingen aan. Duizenden plantages waar rijst, bananen en mango’s worden verbouwd, zijn overspoeld door zout water. De gehele oogst is daardoor verloren gegaan. Bovendien droogt het achtergebleven zout de landbouwgrond uit, waardoor die voor jaren onbruikbaar wordt.