President Ghazi al–Yawar had een dag eerder gezegd de beoordeling of de verkiezingen op 30 januari kunnen doorgaan, aan de Verenigde Naties te willen overlaten. Steeds meer politieke groeperingen in Irak willen de stembusgang uitstellen wegens het geweld in het land.

Opstandelingen en terroristen proberen met hun geweld de verkiezingen onmogelijk te maken. Daartoe hebben ze de laatste tijd hun acties geïntensiveerd. Woensdag kwamen bij drie zelfmoordacties in totaal 22 mensen om het leven. In Hilla reed een zelfmoordterrorist zijn auto vol explosieven het terrein van de politieschool op. Toen hij onder vuur werd genomen, ontplofte het voertuig en vonden dertien mensen de dood, onder wie de dader. Zeker 25 mensen raakten door de aanslag gewond.

Later op de dag kwamen nog eens vijf politiemensen en de pleger van de aanslag om het leven toen een auto ontplofte bij een wegblokkade bij Baquba. Dertien mensen raakten gewond. Bij een aanslag in Bagdad kwamen behalve de dader twee burgers om het leven.

Eveneens in Baquba hebben onbekenden woensdag de voorzitter van de plaatselijke kiescommissie doodgeschoten. De Iraakse Islamitische Partij (IIP), de belangrijkste soennitische partij, maakte dezelfde dag bekend dat opstandelingen dinsdag een hoge IIP–functionaris hebben vermoord. Het slachtoffer is Omar Mahmoud Abdallah, een vooraanstaand geestelijke. Hij werd in zijn woonplaats Mosul ontvoerd en gedood. De IIP is voor uitstel van de verkiezingen en doet niet mee aan die op 30 januari. De partij vreest dat veel soennieten hun stem niet durven uitbrengen uit angst voor aanslagen. De sjiitische meerderheid (60 procent van de bevolking) wil dat de verkiezingen wel doorgaan.