Nintendo zakt op lagere Japanse beurs, ook beurzen China dalen
Nintendo behoorde woensdag tot de grootste dalers op de aandelenbeurs in Tokio. De Japanse fabrikant van spelcomputers verhoogde zijn winstverwachting voor het hele boekjaar, maar verwacht wel minder Switch-spelcomputers te verkopen. Dat komt onder meer door productieproblemen bij de populaire console door tekorten aan onderdelen zoals chips. Het aandeel verloor dik 7 procent.
De Nikkei in Tokio sloot 0,6 procent lager, mede door het koersverlies van Nintendo. De Japanse fabrikant van auto’s en motorfietsen Suzuki dikte daarentegen 3,5 procent aan na goed ontvangen kwartaalcijfers. Concurrenten Nissan en Honda, die na de slotbel met resultaten kwamen, daalden 0,9 procent. Techinvesteerder SoftBank en chiptester Advantest wonnen 1 en 2,2 procent in navolging van de koerswinsten in de Amerikaanse techsector.
De Chinese beurzen verloren terrein na tegenvallende inflatiecijfers uit het land. De prijzen die producenten voor hun producten rekenen daalden in oktober met 1,3 procent. Het was de eerste afname sinds december 2020. Doordat de vraag naar Chinese goederen onder druk staat door de verslechterde economische vooruitzichten wereldwijd en de strenge coronamaatregelen in China kunnen de producenten minder hoge prijzen rekenen. De zwakke vraag houdt ook de consumentenprijzen in het land laag. De inflatie nam daardoor vorige maand af tot 2,1 procent, van 2,8 procent in september.
De hoofdindex in Shanghai verloor 0,5 procent en de Hang Seng-index in Hongkong zakte 1,5 procent. De Chinese vastgoedbedrijven lieten wel stevige koerswinsten zien na de aankondiging dat een steunprogramma voor noodlijdende projectontwikkelaars zal worden uitgebreid. Vastgoedbedrijven als Country Garden en Logan Group stegen tot 21 procent in Hongkong. De Kospi in Seoul en de All Ordinaries in Sydney trokken zich op aan de hogere slotstanden op Wall Street en gingen respectievelijk 0,9 en 0,6 procent omhoog.