Opnieuw tientallen doden bij aanslagen in Irak
Bij een aanslag met een autobom op een politieacademie in Hillah, ten zuiden van Bagdad, zijn woensdag ten minste twintig mensen om het leven gekomen. De aanslag vond plaats tijdens de ceremonie waarop de politiecadetten hun diploma kregen uitgereikt. Onder de doden zijn zeker tien agenten. Meer dan veertig mensen raakten gewond.
Een autobomaanslag in het westen van Bagdad kostte woensdag aan twee Iraakse burgers het leven. Tien Iraakse burgers raakten gewond. De bomauto reed achter een konvooi Amerikaanse en Iraakse troepen aan toen hij bij een benzinestation tot ontploffing kwam.
Op het moment van de aanslag werd in dezelfde wijk de uitvaartplechtigheid gehouden voor Ali al–Haidari, de gouverneur van de provincie Bagdad, die dinsdag samen met zes lijfwachten werd vermoord. Het was niet duidelijk of de aanslag was gericht tegen de aanwezigen op de plechtigheid, onder wie veel hooggeplaatste Iraakse functionarissen. Het radicale Leger van Ansar al–Sunnah eiste de verantwoordelijkheid voor de aanslag op.
Iraakse opstandelingen schoten woensdag in de onrustige stad Baqouba een politiekolonel en zijn chauffeur dood. In Ramadi kwamen vier Iraakse burgers om toen Amerikaanse soldaten het vuur openden nadat zij door opstandelingen met granaatwerpers waren beschoten.
Met het naderen van de verkiezingsdatum van 30 januari neemt het geweld in Irak snel toe. De afgelopen vier dagen zijn bijna honderd doden gevallen bij aanslagen. Volgens cijfers van het Iraakse ministerie van binnenlandse zaken kwamen voor woensdag in de afgelopen vier maanden zo’n 1.300 Iraakse politieagenten om bij geweld.