Syrische leger valt vluchtelingenkampen aan, doden en gewonden
Door raketaanvallen van het Syrische leger op vijf vluchtelingenkampen in de provincie Idlib zijn zondagochtend zeker negen mensen gedood. Onder de slachtoffers zijn drie kinderen, meldt de mensenrechtenorganisatie Syrian Observatory for Human Rights. Zeker 77 mensen raakten gewond. Reddingswerkers van de zogeheten Witte Helmen zeggen dat veel gewonden er slecht aan toe zijn.
Volgens de mensenrechtenorganisatie vuurde het Syrische leger meer dan dertig raketten af op de kampen en op andere doelen in het noordwesten van de provincie. De Russische luchtmacht voerde tegelijkertijd aanvallen uit in het gebied.
Bij de aanvallen zou ook verboden clustermunitie zijn gebruikt. Clusterbommen zijn een soort containers die gevuld zijn met een grote hoeveelheid kleine explosieven, die zich over een groot gebied verspreiden en zo veel slachtoffers maken.
Een verslaggever van persbureau AFP die ter plaatse was in het vluchtelingenkamp Marwan bevestigde de aanval op dat kamp en beschreef verbrande tenten en bloedbesmeurde aarde.
Idlib is het laatste gebied in Syrië dat nog in handen is van opstandelingen die vechten tegen het regime van president Bashar al-Assad, dat militair gesteund wordt door Rusland. Sinds de opstand in 2011 begon, zijn volgens de Verenigde Naties meer dan 350.000 mensen om het leven gekomen, onder wie 27.000 kinderen.