Buitenland

Buitenlandse troepen nemen hulpverlening ter hand

Duizenden buitenlandse militairen gaan de internationale hulpverlening aan de slachtoffers van de zeebeving in Zuid–Azië versterken. De hulpverleners kampen vooral met logistieke problemen in het gebied, waar op tweede kerstdag enorme vloedgolven minstens 145.000 mensen de dood insleurden. Geld voor noodhulp blijft onophoudelijk binnenstromen.

ANP/AFP/DPA
4 January 2005 20:54Gewijzigd op 14 November 2020 02:04

In de Indonesische provincie Atjeh, waar de meeste slachtoffers te betreuren zijn en de hulpverlening het moeizaamst verloopt, zijn al sinds vorige week Amerikaanse en Duitse militairen aan het werk. De eerste groep van in totaal 1200 Amerikaanse mariniers is dinsdag ook aan de slag gegaan op Sri Lanka.

Dinsdag stuurde Frankrijk twee marineschepen naar het rampgebied, waaronder een met zes helikopters uitgerust vliegdekschip. Ook Japan wil volgens het persbureau Kyodo ongeveer achthonderd militairen naar het crisisgebied sturen. Tokio zou drie marineschepen voor de humanitaire operatie willen inzetten.

Diverse Europese landen, waaronder Groot–Brittannië, Noorwegen, Denemarken, Griekenland, Rusland en Oostenrijk hebben toegezegd vrachtvliegtuigen te sturen. Maandag vertrok al een Nederlands toestel naar Estland om daarvandaan een noodhospitaal en een medisch team over te vliegen naar Indonesië.

Die hulp is hard nodig. De Verenigde Naties deden dinsdag een dringende oproep aan landen om meer vervoermiddelen, zoals vliegtuigen, helikopters en vrachtwagens, naar het rampgebied te sturen. Daarbij kijken de VN vooral naar de Verenigde Staten en Groot–Brittannië. Beide landen beschikken over Boeing C–17’s. Deze militaire transportvliegtuigen zijn onmisbaar voor een effectieve distributie van hulpgoederen, aldus de VN.

Ook kampen de hulpverleners in het rampgebied met een gebrek aan bulldozers en kraanwagens. Die zijn nodig om landingsbanen en wegen die door het water zijn verwoest te repareren. Een VN–woordvoerster drukte dinsdag de internationale gemeenschap op het hart alleen goederen te doneren die echt nodig zijn. Kleding en rijpe bananen, die ook al zijn aangeboden, vallen daar niet onder, aldus de VN–medewerkster.

De Europese regering hebben inmiddels een bedrag van in totaal 436 miljoen euro toegezegd voor noodhulp aan de getroffen landen. Het bedrag bestaat uit donaties, ladingen medicijnen, waterpompen en andere hulpgoederen. Duitse media meldden dinsdag dat Berlijn zelfs een bedrag van 500 miljoen euro wil schenken.

Daarmee zou Duitsland veruit de grootste geldschieter worden. Japan heeft tot dusver 375 miljoen euro toegezegd, de Verenigde Staten 263 miljoen. Donderdag komt de internationale gemeenschap bijeen in Jakarta om te overleggen hoe het binnengekomen geld het best kan worden besteed.

Ook particuliere inzamelingsacties blijven recordbedragen opleveren. De Britse bevolking heeft tot dusver 109,5 miljoen euro bijeengebracht. In Duitsland staat de teller, acht dagen na de ramp, op zeker 90 miljoen euro.

Volgens schattingen van de Verenigde Naties zijn door het catastrofale natuurgeweld zeker vijf miljoen mensen dakloos geworden. Ongeveer 1,8 miljoen mensen zijn afhankelijk geworden van voedselhulp. Om hen van eten te voorzien tot zij weer enigszins op eigen benen kunnen staan, is minstens 125.000 ton rijst, 7500 ton peulvruchten, 6500 ton plantaardige olie, en 2700 ton suiker nodig. Dat meldde het Wereldvoedselprogramma (WFP) dinsdag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer