De afspraak stamt uit 2018 en is bedoeld om de kloof te dichten tussen de ondergrondse katholieke kerk in China die trouw was aan de paus en de officiële door de Chinese staat gesteunde kerk. Met de deal erkenden beide kampen voor het eerst sinds de jaren vijftig de paus als hoogste leider van de katholieke kerk.

Critici onder wie kardinaal Joseph Zen, voormalig aartsbisschop van Hong Kong, zien de overeenkomst als handjeklap met de communistische autoriteiten. De geestelijke staat momenteel in China terecht op beschuldiging dat hij fondsen heeft misbruikt van een stichting die prodemocratische demonstranten bijstaat. Het Vaticaan ondersteunt hem in de openbaarheid veel te weinig, vindt de beklaagde, die vasthoudt aan zijn onschuld.

Tegenstanders van de deal wijzen erop dat er sinds de afspraak slechts zes nieuwe bisschoppen zijn aangesteld in China en dat dat niet het gewenste effect was. Ook wijzen ze erop dat de vrijheid van religie in China voor christenen en andere minderheden steeds verder wordt ingeperkt.