Mogelijk hogere schadevergoeding voor veehouders na wolvenaanval
Een schapenhouder uit Drenthe krijgt mogelijk een vergoeding voor de uren die zij in 2018 heeft besteed aan het afhandelen van schade die een wolf aanrichtte in haar schaapskudde. Het provinciebestuur wilde die uren niet vergoeden, maar moet daar nu van de Raad van State een nieuw besluit over nemen. Volgens de hoogste bestuursrechter is onduidelijk waarom deze schade op grond van de tot nu toe gebruikte regeling niet zou worden vergoed.
Veehouders krijgen schade die wordt veroorzaakt door een wolvenaanval vergoed. staat in het integraal wolvenplan dat alle provincies samen in 2019 hebben opgesteld. Het gaat dan om directe schade die ontstaat door doodgebeten of gewonde dieren en dierenartskosten. Als een schaap drachtig was wordt daar in de vergoeding rekening mee gehouden. Maar onder meer de tijd die een veehouder kwijt is aan het regelen van de gevolgen van de wolvenaanval wordt niet vergoed.
De hoogste bestuursrechter vindt dat de provinciale bepalingen en richtlijnen over wat precies schade is en welke vormen van schade worden vergoed uiteenlopen. Ook ontbreekt een motivering voor schade die niet wordt uitgekeerd. Het Drentse bestuurscollege moet daar opnieuw over beslissen voordat de raad een definitieve uitspraak kan doen.
De schapenhouder uit Drenthe stapte naar de Raad van State, omdat zij ook een vergoeding wilde voor de abortussen (miskramen) bij vijf ooien die het gevolg zouden zijn van stress door de wolvenaanval. Dat verwerpt de Raad van State, aangezien een directe relatie tussen de wolvenaanval en de abortussen niet vastgesteld is. De schapenhouder had al recht op een vergoeding van 1090 euro. Dat bedrag mag niet minder worden door een nieuwe beslissing van het Drentse college, aldus de raad.