Geheime dienst negeerde gevaar van bestorming Capitool
Een afdeling van de Amerikaanse geheime dienst die veiligheidsbedreigingen tijdig moet opsporen heeft stelselmatig signalen genegeerd dat er op 6 januari 2021 gewelddadige protesten zouden kunnen uitbreken in Washington. Dat meldt persbureau Bloomberg op basis van bijna 900 pagina’s aan interne documenten die het opvroeg en analyseerde.
Aanhangers van oud-president Donald Trump bestormden die bewuste dag het Capitool, waar op dat moment het Amerikaanse Congres bijeen was om de uitslag van de presidentsverkiezingen formeel vast te stellen. Bij de bestorming kwamen vier mensen om het leven en raakten meer dan honderd mensen gewond.
Agenten van een speciale afdeling van de Secret Service hielden sinds eind 2020 allerlei websites in de gaten waar leden van extremistische groepen met elkaar discussieerden. Daar werden ook oproepen gedeeld om op 6 januari in Washington te demonstreren. Een iemand schreef dat hij een sluipschuttersgeweer zou meenemen. De geheime dienst merkte de man als potentieel gevaarlijk aan. Desondanks schreven agenten in een memo dat „er geen indicatie is voor burgerlijke ongehoorzaamheid”.
Hetzelfde gebeurde nadat de dienst berichten had gezien dat leden van de extreemrechtse militie de Proud Boys in groten getale naar Washington zouden komen. De militieleden schreven dat ze onopvallend gekleed zouden gaan en zich snel in groepjes door de stad zouden verspreiden. Opnieuw rapporteerden agenten intern dat er geen gevaar dreigde.
Dat de analisten van de Secret Service de dreiging zo onderschatten, is saillant. De dienst is onder meer verantwoordelijk voor de beveiliging van belangrijke politici, zoals vice-president Mike Pence, die door Trump-aanhangers gezien wordt als een verrader. Pence was ten tijde van de bestorming in het Capitool en bestormers kwamen tot op meters afstand van hem. De agenten van de geheime dienst die hem moesten beschermen getuigden later dat ze vreesden voor hun leven.