College stelt schorsing Baudet voor om niet opgeven nevenfuncties
Het College van onderzoek integriteit van de Tweede Kamer stelt voor om Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet een week te schorsen als Kamerlid. Hij mag dan niet debatteren, maar wel stemmen. Baudet en andere FVD-Kamerleden Freek Jansen en Gideon van Meijeren hebben nevenfuncties en eventuele inkomsten hieruit niet goed opgegeven. Het gaat alleen nog om een voorstel, de Tweede Kamer stemt hierover op dinsdag.
Het is nog niet eerder voorgekomen dat een Kamerlid is geschorst. De Tweede Kamer kent het instrument pas sinds kort. Daarvoor kon een Kamerlid alleen voor één dag worden uitgesloten. Dat is in 1950 voor het laatst gebeurd, zegt parlementair historicus Bert van den Braak.
„Dit is een nieuwe stap richting het monddood maken van de oppositie”, zegt een woordvoerder van de FVD. „De nevenfuncties van Baudet, inclusief de jaarrekeningen, zijn vrij toegankelijk via de Kamer van Koophandel.” Maar, zoals het college aangeeft, moeten Kamerleden hun nevenfuncties ook opgeven in het register dat de Tweede Kamer hiervoor bijhoudt.
Bij het advies om Baudet te schorsen speelt mee dat de politiek leider eerder een berisping heeft gekregen, omdat hij niet eerlijk was over andere nevenfuncties. In „deze recidive” ziet het college aanleiding hem zwaarder te bestraffen dan zijn fractiegenoten.
Jansen en Van Meijeren krijgen alleen een ‘berisping’ en een aanwijzing om de functies alsnog te registreren. Het integriteitscollege „heeft niet kunnen vaststellen of de Kamerleden neveninkomsten (hebben) ontvangen”. Over dit deel van de klacht heeft het college dus geen oordeel, schrijft zij in haar rapportage.
Het college merkt op dat de FVD’ers „op geen enkele wijze hebben meegewerkt aan het onderzoek”. Zij zijn herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld op de aantijgingen te reageren maar hebben daarvoor „niet de moeite genomen”. Daarmee geven ze er blijk van „niet of onvoldoende in te zien dat zij de voor Kamerleden geldende regels, te weten in dit geval de registratieplicht, ook dienen na te komen”.