Fusieproces Hoeksche Waard ging niet van een leien dakje
De fusie van vijf gemeentes in de Hoeksche Waard ging bepaald niet zonder slag of stoot. Nogal wat medewerkers raakten ‘vermalen’ tussen de verschillende werkwijzen en organisatieculturen. Dat schrijft onderzoeker Hans Andersson in een rapport dat deze week verscheen.
Medewerkers kampten tijdens het fusieproces met tal van problemen, zoals een hoge werkdruk en onduidelijkheid over verwachtingen en doelstellingen. Ook voelden ze zich vaak niet gehoord of durfden ze niet met hun problemen naar buiten te treden, analyseert Andersson. Bovendien rommelde het door oude ‘stammenstrijd’ en conflicten tussen leidinggevenden nogal eens in de bestuurlijke top. Met veel verloop tot gevolg.
Het rapport beschrijft uitvoerig een complexe materie. Ga er maar aan staan: een afgedwongen fusie in 2018 –de vijf voormalige gemeenten waren niet unaniem voor één gemeente– en een startdatum al op 1 januari 2019. In korte tijd moest dus heel veel werk worden verricht om een nieuwe organisatie op te tuigen. Dat alleen al was een bron voor problemen, signaleert Andersson.
„Velen waren er niet klaar voor en voelden zich onzeker bij het zelf inrichten van het werk. Mede door de schaalsprong naar een veel grotere organisatie van dorpse cultuur naar een gemeente van 87.000 inwoners werden andere eisen gesteld. Het was pionieren op veel terreinen. Het gedwongen huwelijk eiste zijn tol en groeipijnen werden zichtbaar. Het ambitieuze wenjaar 2019 schoot voorbij en toen sloeg corona met lockdowns toe. Wat voor jarenlang bestaande organisaties al een fikse uitdaging was, werd voor de kersverse gemeente Hoeksche Waard regelrecht ontwrichtend.”
Burgemeesterswisselingen
Veel medewerkers raakten vanwege de zelforganisatie in de knel en durfden de verantwoordelijkheid niet aan, blijkt uit de gesprekken, die met zo’n honderd mensen zijn gevoerd. Ook wilden ze zich niet kwetsbaar opstellen of probeerden ze het op de vele ingehuurde krachten af te schuiven.
Uitvoerig komen ook de vele burgemeesterswisselingen aan de orde. Amper drie jaar verder is de gemeente aan de vijfde burgemeester toe. De problemen tussen de tot nu toe enige kroonbenoemde burgemeester Bram van Hemmen en gemeentesecretaris Barbera Silvis deden de organisatie evenmin goed. Al snel na Van Hemmens aantreden in 2020 bleek dat er weinig chemie tussen de twee was. Van Hemmen was bij veel ambtenaren geliefd om zijn menselijke houding; de gemeentesecretaris wordt door veel ambtenaren gekenschetst als kil en zakelijk en was niet overal populair in het gemeentehuis.
Het liep zozeer mis dat de gemeentesecretaris vanaf het voorjaar 2021 medewerkers aanwijzingen gaf „om Van Hemmen niet meer inhoudelijk te helpen of te ondersteunen bij zijn positionering en profilering als burgemeester.” Dat leidde voor betrokken medewerkers tot een onveilige werksituatie.
Het plotselinge vertrek van Van Hemmen begin dit jaar en de gebrekkige communicatie daar omheen vormde een kantelpunt in de verhoudingen binnen het gemeentehuis, stelt de onderzoeker vast. „Het riep grote vragen en gevoel van onzekerheid en gebrek aan respect bij medewerkers op. Binnen de ambtelijke gelederen wordt er totaal verschillend tegen aangekeken.” Inmiddels is ook Silvis vertrokken.
Menselijke maat
Omdat medewerkers zich zo nauw verbonden voelden met de Hoeksche Waard, hadden ze het gevoel nergens met hun signalen terecht te kunnen. Eén van de aanbevelingen is om meer oog te hebben voor de menselijke maat bij het aansturen en organiseren in de teams. „Of werkbezoeken te organiseren en als leiding zichtbaar zijn voor de teams, goed te luisteren naar signalen over wat er niet lekker loopt. Dat voorziet voor velen in een duidelijke behoefte. Nadrukkelijke aandacht verdient ook een ontwikkeling in de cultuur, die hardnekkige verschillen uit het verleden aanpakt en teams en individuen samenbrengt in een meer eenduidiger Hoeksche Waardse identiteit en uitstraling.”
Burgemeester Aptroot is blij met het rapport. „Er liggen nu aanbevelingen waar we als bestuur en organisatie mee aan de slag kunnen. Het helpt ons om een nieuwe fase in te gaan en daarbij scherp te blijven op het belangrijkste doel: in verbinding met de omgeving zorgen dat we de juiste dingen doen voor de Hoeksche Waard.”