Janoekovitsj zei zichzelf te beschouwen als de rechtmatige winnaar van de verkiezingen van 21 november. Die werden later door het hooggerechtshof ongeldig verklaard wegens fraude en in een reprise op 26 december ging de overwinning alsnog naar oppositiekandidaat Viktor Joesjtsjenko, maar Janoekovitsj weigert zijn nederlaag te aanvaarden.

„Wij vechten nog, maar ik heb niet veel hoop”, zei Janoekovitsj bij de aankondiging dat hij zou aftreden. „Ik zal optreden als onafhankelijk politicus, als de rechtmatige winnaar van de verkiezingen van 21 november.”

Het parlement aanvaardde op 1 december een motie van wantrouwen tegen Janoekovitsj, maar de premier noemde de gang van zaken onwettig. Toen hij vorige week na het verkiezingsverlof terugkeerde om de ministerraad te leiden, belette de aanhang van Joesjtsjenko dat met een blokkade van het regeringscentrum. Het kabinet vergaderde elders, maar zonder Janoekovitsj.

„Ik vind dat het onmogelijk is om wat voor positie ook te bekleden in een staat die door zulke functionarissen wordt geleid”, zei Janoekovitsj, doelend op de scheidende president Viktor Koetsjma, die hem aanvankelijk steunde maar nu keihard heeft laten vallen.

Koetsjma zei vrijdagavond in een televisierede dat er in 2005 een nieuwe president zal komen. „Iedere regio en iedere burger van Oekraïne moet deze democratische keuze als zijn eigen keuze aanvaarden omdat deze persoon uw steun nodig zal hebben”, zei hij.

Volgens het parlementslid Yoeriy Klioetsjkovskiy, een bondgenoot van Joesjtsjenko, geeft Janoekovitsj met zijn ontslag impliciet toe dat zijn positie „hopeloos” is geworden. „Hij heeft zijn trots. Hij wil zijn ontslagbrief niet aan de nieuwgekozen president Joesjtsjenko overhandigen, daarom heeft hij besloten die bij president Koetsjma in te dienen.”