Vier agenten in Peru in hinderlaag gedood
De Peruaanse regering heeft zaterdag voor dertig dagen de noodtoestand afgekondigd in de afgelegen provincie Apurimac in het Andesgebergte nadat ultranationalistische legerreservisten daar een politiebureau hadden overvallen en ten minste tien agenten in gijzeling hadden genomen. De leider van de opstand gaf zondagavond aan zich maandag in de loop van de dag te zullen overgeven.
De opstand wordt geleid door Antauro Humala, een majoor buiten dienst die samen met zijn broer Ollanta een inheems nationalistische beweging wil oprichten in de geest van het oude incarijk. De groep houdt het politiebureau van Andahuaylas, zo’n 450 kilometer ten zuidoosten van de Peruaanse hoofdstad Lima, sinds zaterdagochtend vroeg bezet. In eerste instantie zwoeren ze het bureau pas te verlaten als president Alejandro Toledo zou aftreden. Zondagochtend vroeg kwamen vier politieagenten om het leven toen zij in een hinderlaag van de nationalisten reden. Zeker zeven agenten raakten gewond.
Toledo kondigde in het gebied de noodtoestand af, die de politie de vrije hand geeft om huiszoekingen te verrichten en de president het recht geeft het leger in te zetten. De nationalisten reageerden daarop door volgens politiebronnen zondagochtend vroeg een hinderlaag te leggen op een brug in Andahuaylas. Humala ontkende dat sprake was geweest van een hinderlaag en zei dat zijn manschappen een aanval van de politietroepen hadden afgeslagen. „Zij vielen ons aan met wapens met geluiddempers en er viel aan onze zijde één slachtoffer.”
Volgens de Peruaanse premier Carlos Ferrero heeft Humala een kleine honderd aanhangers. Humala zou de politie op het bureau hebben gevraagd zijn mannen wapens te verkopen. Toen de politie weigerde, nam hij het bureau in.
De gebroeders Humala ontketenden in oktober 2000, een maand voor de ineenstorting van het corrupte regime van oud-president Alberto Fujimori, een kortdurende militaire revolte. Het oproer kreeg niet de gehoopte brede steun en bleef beperkt tot zo’n vijftig manschappen. Antauro was drie jaar eerder al uit het leger ontslagen. Ollanta werd na de muiterij naar Zuid-Korea overgeplaatst, waar hij vorige week met groot verlof ging.