Nobelprijs voor voorvechters mensenrechten
De prestigieuze Nobelprijs voor de Vrede is toegekend aan de Wit-Russische mensenrechtenactivist Ales Bialiatski, de Russische mensenrechtenorganisatie Memorial en de Oekraïense mensenrechtenorganisatie Center for Civil Liberties. Dat maakte het Noorse Nobelcomité vrijdag bekend.
De winnaars worden door de jury geprezen om hun inspanningen om „oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en machtsmisbruik” te documenteren.
Mensenrechtenadvocaat Bialiatski wordt door het comité geroemd als een van de initiatiefnemers van de democratische beweging die in de jaren tachtig in Wit-Rusland op gang kwam. Hij zat gevangen van 2011 tot 2014 op beschuldiging van belastingontduiking, iets wat Bialiatski altijd heeft ontkend. Hij werd in 2020 opnieuw gearresteerd na massale demonstraties tegen het Wit-Russische regime. Sindsdien zit hij vast zonder enige vorm van proces.
„Ondanks enorme persoonlijke ontberingen week hij geen duimbreed in zijn strijd voor democratie en mensenrechten in Wit-Rusland”, aldus de Noorse voorzitter van het Nobelcomité, Berit Reiss-Andersen.
Verboden
Het Russische Memorial werd in 1987 opgericht door activisten die wilden voorkomen dat de slachtoffers van de onderdrukking door het communistische regime zouden worden vergeten. Memorial is de oudste en meest gerespecteerde mensenrechtenorganisatie van het land. De organisatie werd vorig jaar verboden door het Russische hooggerechtshof.
„Memorial werd een van de meest gezaghebbende bronnen van informatie over politieke gevangenen in Russische gevangenissen”, roemt het comité de organisatie.
De prijs gaat ook naar het Center for Civil Liberties, in 2007 opgericht ter bevordering van mensenrechten en democratie in Oekraïne. De organisatie heeft het Oekraïense maatschappelijk middenveld versterkt en de autoriteiten onder druk gezet om van Oekraïne een volwaardige democratie te maken, aldus de jury. Daarnaast helpt het bij het documenteren van Russische oorlogsmisdaden tegen Oekraïense burgers op de Krim en in de Donbas.
Vorig jaar werd de Nobelprijs voor de Vrede toegekend aan twee journalisten, Maria Ressa uit de Filipijnen en Dmitri Moeratov uit Rusland, voor hun „moedige strijd” voor de vrijheid van meningsuiting in hun thuislanden. De kandidatenlijst telde dit jaar 251 genomineerde personen en 92 genomineerde organisaties.