OM eist 15 jaar cel voor doden en laten verdwijnen partner
Het Openbaar Ministerie eist in hoger beroep een celstraf van vijftien jaar tegen Kasem M. (74) voor het doden van zijn echtgenote en het laten verdwijnen van haar lichaam. Dit zou in 2010 in het Groningse dorp Siddeburen zijn gebeurd.
Van de destijds 36-jarige Ilham Benchelh, die wilde scheiden van M., is sinds de avond van 10 januari 2010 geen teken van leven meer vernomen. M. ontkende woensdag bij het gerechtshof in Leeuwarden dat hij iets met haar verdwijning te maken heeft. Volgens hem heeft zijn partner zonder iets te zeggen het huis verlaten en is ze nooit meer teruggekomen.
De eis van het OM is gelijk aan het vonnis van de rechtbank in Groningen in 2019. Justitie ziet een misdrijf (doodslag) als het enige aannemelijke scenario, gepleegd door M. De aanklager baseert zich op meerdere onderzoeken. Zo vond de politie bloed van Benchelh in de slaapkamer en in de kofferbak van de auto van M., werd er een paardenstaart van de vrouw gevonden in een afvalemmer in de woning en zaten er stukken haar in een kruiwagen.
Na de verdwijning heeft M. lappen stof met bloed van Benchelh weggegooid, in een plaats op 10 kilometer afstand van Siddeburen. Daarnaast heeft M. daags na de vermissing een matras langs een autoweg gedumpt en downloadde hij rond de verdwijning series over moordenaars. Verder misten er tien van de vuilniszakken in de woning, die M. op 11 januari 2010 had gekocht.
Het OM vindt het bovendien opmerkelijk dat M. pas na vier dagen melding maakte van de vermissing van zijn vrouw. Hij kon in de tussenliggende periode belangrijke sporen wissen, aldus de aanklager.
M. was tot woensdag nooit voor de rechter verschenen. De rechtbank veroordeelde hem in 2019 bij verstek. De man was in 2012 naar Marokko vertrokken, het geboorteland van Benchelh, samen met hun jonge zoon. Door paspoortproblemen was het hem nooit gelukt om naar Nederland te komen. In juni van dit jaar arriveerde hij alsnog. Sindsdien zit hij vast.
Vrijdag krijgt de advocaat van M. het woord. Het is nog niet bekend wanneer het hof uitspraak doet.