Duits rapport: oorzaak vissterfte in Oder blijft onduidelijk
Het is nog altijd onduidelijk waardoor de massale vissterfte in de Duits-Poolse grensrivier de Oder afgelopen zomer nu precies werd veroorzaakt. In een eindrapport dat vrijdag werd vrijgegeven door Duitse experts blijft de vraag over de oorzaak onbeantwoord.
De groep experts stond onder leiding van de Duitse federale milieudienst. In het rapport staat wel dat de aanwezigheid van giftige algen de meest waarschijnlijke oorzaak is van de milieuramp. De snelle groei van de giftige algen werd bevorderd door een hoge zoutconcentratie. Wat echter leidde tot die hoge zoutconcentratie in het water, blijft „door een gebrek aan beschikbare informatie” onduidelijk.
Donderdag gaven de Poolse autoriteiten een eigen rapport, waarin ook naar de giftige algen werd gewezen. In het Poolse rapport werd echter gesteld dat de ramp vermoedelijk was veroorzaakt door een slechte waterkwaliteit als gevolg van hoge temperaturen en heel lage waterstanden in de zomer.
In totaal zou minstens 300 ton aan dode vissen uit de rivier zijn gehaald. De dode vissen werden op 9 augustus gevonden aan de Duitse kant van de rivier. Poolse autoriteiten hadden eind juli echter al de eerste aanwijzingen van het incident. Duitsland heeft Polen ervan beschuldigd de vondsten niet eerder te hebben gemeld, terwijl Polen Duitsland ervan betichtte nepnieuws over de vondst van bestrijdingsmiddelen te hebben verspreid.
In het Duitse tijdschrift Der Spiegel staat vrijdag dat Poolse autoriteiten niet samenwerkten met hun Duitse tegenhangers om de vissterfte te onderzoeken. De Poolse autoriteiten zouden „meer en meer gereserveerd zijn geworden, in sommige gevallen bijna gesloten”, zo wordt hoofdonderzoeker Lilian Busse geciteerd. Ook schrijft Der Spiegel dat onderzoek van Greenpeace hoge zoutgehaltes heeft uitgewezen bij een kopermijn in Polen, die mogelijk hebben bijgedragen aan de ramp.
De Duitse milieuminister Steffi Lemke noemt vrijdag het incident in de Oder een „ernstige natuurramp”, die was „veroorzaakt door menselijke activiteit”. „We moeten de lozing van stoffen, bijvoorbeeld van rioolwaterzuiveringsinstallaties, controleren en reduceren”, zei de minister.
Om soortgelijke rampen in de toekomst te voorkomen, bevelen de experts verder onderzoek aan naar de verspreiding van brakwateralgen en het verbeteren van het grensoverschrijdend waarschuwings- en meldingssysteem. Bestaande vergunningen voor het lozen van stoffen in wateren zouden ook opnieuw onder de loep moeten worden genomen, vinden de experts.