Honderden tonnen noodhulp, zoals medicijnen, waterzuiveringsinstallaties en voedsel, zijn intussen in de getroffen landen aangekomen. Vanwege de slechte infrastructuur blijft veel daarvan op het vliegveld staan. Miljoenen mensen zijn afgesloten van de buitenwereld, omdat bruggen zijn ingestort en grote gebieden onder water staan.

De Verenigde Naties geven toe dat slechts een fractie van de benodigde hulp doorkomt naar de plekken waar deze nodig is. „We doen erg weinig op het moment. Ik denk dat de frustratie alleen maar zal groeien de komende dagen en weken”, aldus VN-coördinator Jan Egeland. De VN schatten dat ongeveer 5 miljoen mensen dringend hulp nodig hebben.

In Indonesië wordt de hulpverlening ernstig bemoeilijkt door het gebrek aan brandstof voor de vrachtwagens die de hulpgoederen naar de getroffen gebieden moeten brengen. De Indonesische regering heeft de VN om helikopters gevraagd om goederen naar afgelegen gebieden te vervoeren. Australië heeft al toegezegd drie helikopters naar Indonesië te sturen.

De hulpverleningsorganisatie CARE gaat in Indonesië 100.000 systemen voor schoon drinkwater uitdelen. Dit moet voorkomen dat er besmettelijke ziektes, zoals cholera, uitbreken. Japanse en Amerikaanse oorlogsschepen zijn naar het gebied gestuurd met een ziekenhuis en waterzuiveringssystemen aan boord.

In Sri Lanka komt de hulpverlening wel redelijk op gang. Honderden tonnen hulpgoederen zijn gearriveerd op het vliegveld van de hoofdstad Colombo. Artsen klagen echter over een gebrek aan medicijnen. „Er is grotere behoefte aan medicijnen dan aan voedsel en kleding”, aldus een districtsleider. Het Rode Kruis heeft ongeveer 40.000 mensen ondergebracht in 66 opvangkampen.

Op Sri Lanka zijn in sommige opvangkampen ziektes uitgebroken. „Mensen in de kampen worden ziek. Sommigen hebben hoge koorts. Als we ze nu niet behandelen met medicijnen, zullen vele anderen worden besmet”, aldus M. Rodrigo, een districtssecretaris in Trincomalee in het noordoosten van het eiland. In alle gebieden is de dreiging van epidemieën aanwezig.

In Somalië ondervinden hulpverleners veel problemen. Volgens hen zijn zeker 50.000 mensen in het oosten van het land slachtoffer geworden van de vloedgolf. Zij hebben dringend behoefte aan voedsel, drinkwater en andere zaken. Wegens gebrek aan wegen en havens kan het zeker nog dagen duren voordat deze mensen zijn voorzien van hulp, aldus VN-medewerkers.

Het Nederlandse Rode Kruis heeft gisteren een eerste vlucht met hulpgoederen naar Atjeh gestuurd.

Om 12.00 uur vertrok een vliegtuig vanaf Schiphol via Dubai naar Medan op het Indonesische eiland Sumatra. De lading bestaat uit 9600 dekens, 1500 keukensets, 62.400 vierkante meter plastic, 7200 jerrycans en vijf medische sets voor het opzetten van een EHBO-post.

De provincie Atjeh is voorzover bekend het zwaarst getroffen door de vloedgolven. De hulpverlening komt langzaam op gang. Hulporganisatie CARE is begonnen met de verdeling van flesjes chlooroplossing waarmee vervuild water kan worden omgezet in drinkwater. Ook zal CARE dekens, muskietnetten, zeil, zeep en andere goederen gaan uitdelen.

Zaterdag vertrekt voor de derde keer een hulpvlucht van het Rode Kruis van Schiphol naar Colombo op Sri Lanka. Het vliegtuig vervoert 27.000 dekens, 1500 keukensets, 6000 jerrycans, 218.640 vierkante meter plastic en 8000 lijkzakken.

Het internationale Rode Kruis is behalve met de verstrekking van directe noodhulp bezig met een inventarisatie voor de lange termijn. Voor een periode van zes tot acht maanden wordt ingezet op hulp aan twee miljoen mensen voor een totaal bedrag van 53 miljoen euro. Het Nederlandse Rode Kruis zal daar voorlopig 1 miljoen euro aan bijdragen. De hulp zal onder meer bestaan uit bouwmaterialen, kleding, zaaigoed, gereedschap en medische hulpmiddelen.