Zeker vijf doden in Filipijnen door tyfoon Noru
De tyfoon Noru heeft in de Filipijnen ten minste aan vijf reddingswerkers het leven gekost. Zij kwamen om in de provincie Bulacan, waar Noru voor overstromingen zorgde. In totaal zijn vanwege de storm en overstromingen 74.000 mensen geëvacueerd. President Ferdinand Marcos heeft opdracht gegeven om via de lucht noodhulp en opruimmaterialen naar de zwaarst getroffen gemeenschappen te brengen.
Ook zitten zo’n 2,5 miljoen mensen door de tyfoon zonder stroom in de provincies Nueva Ecija en Aurora. De minister van Energie heeft beloofd generatoren naar de door stroomuitval getroffen gebieden te sturen.
Marcos besloot, nadat tyfoon Noru ten noordoosten van hoofdstad Manilla aan land was gekomen, de scholen op het hoofdeiland Luzon maandag te sluiten. Ook de ambtenaren mogen een dag vrij nemen. De Filipijnse aandelenbeurs schortte de handel voor maandag op. Op Luzon woont ruwweg de helft van de Filipijnse bevolking, die 110 miljoen mensen telt. Het eiland is goed voor ruim twee derde van de totale economie.
Noru, een tropische storm van de categorie 3, boette zondag boven land iets aan kracht in. Niettemin werden windsnelheden gemeten van 185 kilometer per uur, met uitschieters tot 240 kilometer per uur. De Filipijnen, een archipel van meer dan 7600 eilanden, krijgt jaarlijks gemiddeld twintig tropische stormen te verduren. In 2013 kostte tyfoon Haiyan, een van de krachtigste tropische cyclonen ooit gemeten, aan 6300 mensen in het land het leven.