Westerscheldetunnel versneld vrij van tol
De Tweede Kamer wil dat de Westerscheldetunnel uiterlijk per 2025 tolvrij wordt voor personenauto’s en motoren.
In de nacht van donderdag naar vrijdag steunde een meerderheid van de Kamer een motie hiertoe van ChristenUnie, CDA, SGP, SP en BBB. Dekking moet worden gevonden in het Nationaal Groeifonds –een overheidsfonds dat bedoeld is om via investeringen de economie te stimuleren– en een „redelijke bijdrage” van de provincie Zeeland.
Afschaffing zou onder meer „sociale en economische voordelen” bieden voor de Zeeuwen en Zuidwest-Nederland, aldus de indieners van de motie. Ze willen verder dat het kabinet gaat kijken of afschaffen van de tol voor het vrachtverkeer „mogelijk en verstandig is, mede gelet op de risico’s van aanzuigende werking en extra stikstofemissies.”
De Westerscheldetunnel verbindt Zeeuws-Vlaanderen met de rest van Nederland. De Zeeuwen willen al langer van de tol af. Er zijn flinke kosten verbonden aan het schrappen van de tol.
Tolinkomsten
Vorig jaar meldde toenmalig minister Barbara Visser van Infrastructuur nog dat afschaffing van de tolheffing in 2022 zeker 340 miljoen euro aan tolinkomsten kost tot 2033, het jaar waarin de tolheffing zou eindigen. Voor elk jaar dat de afschaffing later ingaat, wordt dat 30 miljoen euro lager.
Een retour door de tunnel, die in 2003 in gebruik is genomen, kost voor een personenauto 10 euro. Voor veelgebruikers is het de helft.
Verantwoordelijk gedeputeerde Harry van der Maas (SGP) spreekt van „zeer goed nieuws” voor Zeeland. Tolheffing heeft volgens de provinciebestuurder namelijk altijd een marktverstorend effect op zowel de economie als de leefbaarheid in een regio.
Dat Zeeland „een redelijke bijdrage” moet leveren aan het tolvrij maken van de tunnel kan Van der Maas billijken, maar hij wijst er wel op dat de financiële middelen van de provincie beperkt zijn. „Wij hebben als Zeeuwen al bijna twintig jaar tol betaald, en verschillende onderzoeken naar afschaffing van de tol zijn door de provincie bekostigd. Maar ik ga graag het gesprek aan met minister Harbers over deze bijdrage.”