Koning: zorgwekkend dat mensen vertrouwen verliezen in politiek
Het is „zorgwekkend” dat mensen „in een volwassen democratie als de onze het vertrouwen verliezen in het oplossend vermogen van politiek en bestuur”. Dat zei koning Willem-Alexander in de troonrede.
„We leven in een tijd van tegenstrijdigheden en onzekerheid”, aldus de koning. „Het is tegenstrijdig dat bestaanszekerheden onder druk staan en armoede toeneemt in een periode van economische groei en lage werkloosheid. Tegenstrijdig is het dat mensen zich in ons vrije land onvrij voelen om hun mening te geven uit angst voor harde reacties of zelfs bedreigingen.”
Volgens de koning realiseert het kabinet zich dat Nederlanders kritisch zijn op de werking van het „politiek-bestuurlijke bestel”. „Tegelijkertijd is een ruime meerderheid tevreden over het functioneren van de democratie.” Het kabinet ervaart dat dan ook als een aansporing om „maatregelen te nemen die echt nodig zijn en daarover open en transparant te zijn”.
Uit peilingen van onder meer het EenVandaag-opiniepanel komt het beeld naar voren dat het vertrouwen in de politiek buitengewoon laag is. Volgens EenVandaag, dat peilde onder ruim 30.000 panelleden, heeft slechts 15 procent vertrouwen in het kabinet. Alleen in 2013, na miljardenbezuinigingen, was die score lager: toen had nog 14 procent vertrouwen in het kabinet. Dit jaar krijgt het kabinet een 3,3 als rapportcijfer, aldus EenVandaag.
De koning ging in de troonrede in op een aantal thema’s die politiek en maatschappelijk gevoelig liggen. Hij zei begrip te hebben voor de boeren die bezorgd zijn over „de toekomst van hun familiebedrijf, waar ze zo trots op zijn”, maar noemde halvering van de stikstofuitstoot „onontkoombaar”.
Koning Willem-Alexander erkende ook dat mensen financieel gebukt gaan onder de hoge kosten voor levensonderhoud. „Koopkrachtverbetering is hard nodig.” De koning noemde de situatie op de woningmarkt „nijpend”, sprak van „schrijnende en ongewenste situaties” rond asiel en zei in een passage over racisme en discriminatie dat een „open blik nodig” is op de „minder mooie bladzijden uit onze geschiedenis”.
Het kabinetsbeleid is geformuleerd „in de overtuiging dat volgende generaties, net als wij, een goed leven moeten kunnen leiden in een schoon en veilig land met kansen voor iedereen”, zo zei de vorst. „Dat perspectief moet er zijn voor mensen van elke geloofsovertuiging, geaardheid, leeftijd, herkomst of beroep. Voor inwoners van stad en platteland, hier en in Caribisch Nederland.”