Driekwart westkust Sumatra verwoest
Bij de zeebeving en daaropvolgende vloedgolven van afgelopen zondag is driekwart van de westkust van het Indonesische eiland Sumatra verwoest. Sommige plaatsen zijn in hun geheel weggevaagd.
Dat heeft de legercommandant van Atjeh, generaal-majoor Endang Suwarya, woensdag gezegd na een inspectievlucht met een helikopter.
„De schade is werkelijk verpletterend”, zei hij. „Vijfenzeventig procent van de westkust is verwoest en op sommige plaatsen 100 procent.”
Het officiële dodental van de ramp in Indonesië staat op 45.268. Ruim 12.000 mensen worden vermist. Delen van de westkust van Sumatra zijn over land en over zee nog steeds onbereikbaar. Telefoonverkeer met het getroffen gebied is niet mogelijk.
De autoriteiten vrezen dat alleen al in Meulaboh, een vissersplaats met 40.000 inwoners die de zwaarste klap te verduren kreeg, 10.000 mensen zijn omgekomen. Van dat aantal zijn er maar 3778 meegeteld in het officiële dodental, omdat de overige lichamen niet goed zijn geteld. Berichten over doden in omliggende dorpen moeten nog binnenkomen.
Een cameraploeg van Associated Press Television News vloog woensdag over het gebied en zag dorpen die waren bedolven onder modder en zeewater. De meeste huizen waren ingestort of hadden geen daken meer. Er waren weinig tekenen van leven te bespeuren, afgezien van hier en daar groepjes bewoners die op het strand op zoek waren naar voedsel.
Elders wordt haast gemaakt met het begraven van de doden. Een bulldozer schoof woensdag in Banda Atjeh meer dan 1000 lichamen in massagraven. De autoriteiten hopen zo de uitbraak van besmettelijke ziektes te voorkomen. De lichamen zijn gevonden in de straten van de Atjeese hoofdstad.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is vooral bezorgd om het gebrek aan schoon drinkwater. Door het tekort aan water worden mensen gedwongen vies water te drinken. Besmettelijke ziektes kunnen dan snel om zich heen grijpen, aldus WHO-specialist Georg Peterson.
Een grote groep artsen arriveerde woensdag in Banda Atjeh. Ze willen verspreid over Atjeh vier noodhospitalen inrichten. Een groot probleem is echter dat slechts een kwart van het rampgebied toegankelijk is, zei een van de artsen. Zelfs met zwaar materieel slaagde het leger er niet in de wegen vrij te maken voor de dokters. „We hebben enorme hoeveelheden voedsel en medicijnen, maar kunnen het niet op de juiste plaats krijgen”, zei Doti Indrasanto, een van de dokters.