Verdachten terreurproces Brussel weigeren glazen hokjes
De verdachten van de aanslagen op de metro en het vliegveld van Brussel in 2016 weigeren hun rechtszaak bij te wonen in glazen hokjes. Ook advocaten dreigen op te stappen bij het maandag begonnen monsterproces.
De hokjes, voor elke beschuldigde één, moeten de veiligheid helpen waarborgen bij het zwaarbeveiligde proces. De politie is beducht voor een ontsnappingspoging, gijzeling of andere wanhoopsactie en de veiligheidsboxen zouden aanwezige slachtoffers een gerust gevoel geven.
Maar volgens de verdediging van de tien mannen die terechtstaan, zijn de hokjes mensonterend. De gaatjes in de glazen wand laten nauwelijks overleg met hun cliënten toe, klagen ze. De hokjes zouden juryleden die straks moeten beslissen of de beklaagden schuldig zijn ook bij voorbaat al die indruk geven.
Onder anderen Salah Abdeslam, de bekendste verdachte, wilde niet in de rechtszaal blijven zolang hij tot de veiligheidsbox is veroordeeld. Dat gold ook voor zes anderen. Drie medeverdachten bleven wel zitten. De laatste verdachte is vermoedelijk omgekomen in Syrië en wordt bij verstek berecht.
Voor de rechtszaak, die geldt als de grootste ooit in België, is het voormalige hoofdkwartier van de NAVO in Brussel ingeruimd. Dat is ingericht als een speciaal, tijdelijk gerechtsgebouw.
Bij de aanslagen op de nationale luchthaven bij Zaventem en metrostation Maalbeek in Brussel kwamen 32 burgers en drie terroristen om. Er vielen 340 gewonden.