Doorbraak thuiswerken blijft uit
De Nederlandse leidinggevende werkt in vergelijking met vijf jaar geleden wel meer thuis, maar van een echte doorbraak is geen sprake. Dit blijkt uit onderzoek van adviesbureau Ernst & Young onder zeshonderd directeuren in het bedrijfsleven en bij de overheid.
Van de ondervraagden werken er momenteel vier op de tien gedeeltelijk vanuit huis. Dit is ongeveer hetzelfde aantal als bij soortgelijk onderzoek in februari, toen echter een sterke groei was verwacht. Volgens onderzoeker J. Verschuur frustreert de overheid het thuiswerken. Vooral de afschaffing van de pc–privé–regeling in augustus dit jaar heeft kwaad bloed gezet. Een kwart van de ondervraagden geeft aan dat dit een negatief effect kan hebben op het aantal thuiswerkers onder het personeel. „Het beleid is warrig, terwijl er bijvoorbeeld waanzinnige ambities zijn ten aanzien van de bestrijding van files”, aldus Verschuur.
Vijf jaar geleden werkten nog twee op de tien directeuren gedeeltelijk thuis. Nu wordt vooral bij kleine bedrijven en in de dienstensector veel thuisgewerkt, aldus Ernst & Young. Ondervraagden geven aan dat zij dan efficiënt kunnen werken, zonder reistijd en files.
Dat de doorbraak uitblijft, wijt Verschuur aan het gebrek aan het stellen van prioriteiten, zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven. „Thuiswerken is een onderwerp dat men niet belangrijk genoeg vindt. Het blijft steken bij voornemens.” Bedrijven moeten de hand ook in eigen boezem steken. Verschuur merkt bij bezoeken aan bedrijven dat die nogal sceptisch staan tegenover het arbeidsethos van werknemers als zij thuis achter hun pc zitten. „Hier gaat het vooral om een vertrouwenskwestie.”