Meer dan 1000 mensen bevonden zich in de trein toen die afgelopen zondag aan de Srilankaanse westkust werd getroffen door de verwoestende rampvloed. Tien meter hoge golven tilden de treinstellen op en smeten ze tientallen meters verder tegen een rij palmbomen weer neer. De lichamen van 802 passagiers zijn inmiddels geborgen, maar niemand twijfelt eraan dat er nog veel meer doden zullen worden gevonden.

De trein, met de naam Samudradevi, ofwel Koningin van de Zee, was vermoedelijk luttele tellen voor de catastrofe gestopt. Onder de doden zijn ook veel dorpelingen uit de omgeving, die de vloed aan zagen komen en probeerden boven op de trein het vege lijf te redden. Mogelijk werden zij daarbij geholpen door passagiers die ook op het dak waren geklommen.

De meeste lichamen zijn inmiddels verwijderd, maar ongeveer vijftien liggen er nog; ze verkeren in vergaande staat van ontbinding. Langs de rails ligt nog bagage. Enkele kledingstukken en andere voorwerpen ogen nog nieuw. Mogelijk waren ze bedoeld als nieuwjaarsgeschenk voor familieleden of vrienden. Een nabijgelegen schoolgebouw is zwaarbeschadigd. Rond het complex liggen vernielde kinderfietsjes en speelgoed.

Ruim 200 slachtoffers die niet direct door familieleden werden opgeëist zijn al begraven, in een groot massagraf naast de rails. Boeddhistische monniken hielden daarbij een plechtigheid. Zij zongen en goten water uit over het graf in een ritueel ter ere van de doden. Baddegama Samitha, de monnik die de dienst leidde, zegt dat hij zich realiseerde dat enkele slachtoffers geen boeddhist waren. Hij had daarom speciaal een moment stilte ingelast. „Dit was het enige wat wij konden doen”, zegt hij. „Het was een wanhoopsoplossing. De lichamen waren aan het vergaan. We hebben ze fatsoenlijk begraven.”

Commissaris van politie Ayupala zegt dat er naar schatting 1000 mensen zijn omgekomen. Van de vele vermisten is een meerderheid vrijwel zeker verdronken.