Chaos heerst op vliegveld Colombo
De samenleving op Sri Lanka is ontwricht, de chaos op de luchthaven compleet. Zuidoost-Azië probeert moeizaam op te krabbelen na het verwoestende natuurgeweld van tweede kerstdag.
De aankomsthal van het vliegveld van hoofdstad Colombo is nagenoeg uitgestorven. Niemand die niet per se naar Sri Lanka hoeft, begeeft zich dezer dagen naar het zwaar getroffen eiland. Een douanier controleert plichtmatig paspoorten. „Hoe is het hier?” vraagt een passagier. „Dertigduizend”, reageert de beambte veelzeggend. Azië telt tegenwoordig alleen nog in tienduizenden.
Een verdieping lager, in de vertrekhal, is het stamp- en stampvol. Ook in het holst van de nacht. Vele duizenden reizigers staan bepakt en bezakt in lange rijen te wachten om een plaatsje in een toestel te bemachtigen. Iedereen wil weg van het rampeiland. Hoe eerder, hoe beter. De autoriteiten zijn coulant en proberen zo veel mogelijk behulpzaam te zijn.
De terminal ruikt bedompt, vies, zweterig. De airco’s zijn duidelijk niet berekend op dergelijke mensenmassa’s. Af en toe passeert een passagier met een arm of een voet in het verband. Anderen kijken stil voor zich uit. Verdwaasd. In een wachtruimte snikt een vrouw haar verdriet uit bij haar man.
De situatie in de hoofdstad is onoverzichtelijk, chaotisch. „Er is een avondklok ingesteld”, weet iemand te vertellen. „Niemand mag na acht uur nog naar buiten.” Op straat blijkt het twee minuten later drukker dan ooit. Ook al geeft de klok drie uur ’s nachts aan.
Alle hotels zijn overvol. In heel Colombo is geen kamer meer te vinden. Getroffen Nederlanders worden naar het Holiday Inn gedirigeerd. Het hotel zit tot de nok toe vol met drommen Nederlanders. De gestrande toeristen worden bij gebrek aan beter in een chique conferentiezaal van het hotel ondergebracht.
Elk gast krijgt twee keurig gestreken tafelkleden uitgereikt om onder te slapen. Vijftien, twintig mensen proberen her en der, op de grond of op een stel conferentiestoelen, een tukje te doen. Wie het eerst snurkt heeft geluk. Midden in de zaal meldt CNN het laatste nieuws. Twee medewerksters van Austrian Airlines lopend tussen de slapende gasten te zoeken naar een vermiste passagier. „Bent u…?”
Douches in het vijfsterrenhotel ontbreken. De boventallige hotelgasten moeten zich buiten bij het zwembad wassen. In de wasruimte klinken vrolijke noten: „Komt allen tezamen.” Wrang muziekje in zo’n overvol onderkomen. Niet iedereen trekt zich iets aan van de drukte. Een bejaarde vrouw met badmuts trekt om halfzes ’s ochtends haar baantjes alsof er niets gebeurd is.
Veel Nederlanders wachten ongeduldig op een mogelijkheid om naar huis terug te keren. Vijf, zes Nederlanders keren echter onverrichter zake terug bij het Holiday Inn. Het vliegtuig naar Amsterdam zit vol. Of ze hebben per ongeluk bij de verkeerde touroperator geboekt. Niet elke reisorganisatie wordt toegelaten op het gecharterde vliegtuig.
Gerard Korsten van touroperator Special Traffic kan zich daar boos om maken. „De reisorganisaties zetten een vliegtuig in om passagiers uit Sri Lanka op te halen. Prachtig, maar ze kijken absoluut niet wie het hardst een vlucht nodig heeft.”
Ook over de Nederlandse ambassade is hij niet te spreken. „Die mensen hebben nog niemand op een vliegtuig gekregen. Ze sturen alles noodgedwongen maar naar ons door.”