B. heeft volgens het Openbaar Ministerie samen met de 52-jarige Bruno S. en de 41-jarige Pascal G. uit Utrecht de 61-jarige Yuval Accos in de nacht van 12 op 13 april in diens woning aan de Karpaten mishandeld, beroofd en gedood. Het slachtoffer is volgens de officier van justitie vastgebonden in zijn stoel, met een trui om zijn hoofd gebonden. Daarbij zou hij zijn geslagen en geschopt. Een aantal dagen eerder zou een de verdachten al de pinpas van het slachtoffer hebben gestolen.

B. werd in juni aangehouden, ruim een maand na de moord. De twee medeverdachten zijn kort na de moord al opgepakt. Aan een uiteinde van een touw waarmee het slachtoffer is vastgebonden vond de politie DNA van B. Dat kan er ook op andere manieren op terecht zijn gekomen, betoogde zijn advocaat. De rechtbank vindt dat er meer belastend materiaal tegen B. is verzameld, zoals sms-berichten, zendmastgegevens en camerabeelden.

Gezien de ernst van het misdrijf noemt de officier het „ontzettend belangrijk inzicht te krijgen in de mogelijke psychische problematiek en verslavingsproblematiek van B.” Ze verzocht de rechtbank dan ook om B. te laten onderzoeken in het Pieter Baan Centrum (PBC). Afgelopen zomer besloot de rechtbank al om twee medeverdachten naar de psychiatrische observatiekliniek te sturen.

B. heeft tijdens zijn voorarrest geweigerd met een psycholoog te praten, omdat hij dat niet nodig vindt en van mening is dat het „niets met de zaken te maken heeft”. Bovendien ontkent hij iets met de dood van Accos te maken te hebben. Omdat de rechtbank nog niet het rapport heeft ontvangen over B.’s weigering, besloot de rechtbank om B. voorlopig nog niet naar het PBC te sturen.