EU-waakhond looft EU-organen: coronacrisis met glans doorstaan
De Europese Commissie en de andere instellingen die de Europese Unie draaiende houden hebben de coronacrisis knap doorstaan. Ze reageerden snel en flexibel op de pandemie en slaagden erin te blijven doorwerken, oordeelt de Europese Rekenkamer.
De commissie, de raden van ministers van de EU-landen, het Europees Parlement en het Europees Hof van Justitie waren natuurlijk „niet immuun” voor de pandemie, zegt de Rekenkamer. Maar zij hebben „hun veerkracht in de afgelopen twee crisisjaren bewezen”. Ze wisten zelfs nog cruciale en grootscheepse maatregelen te nemen, zoals het coronaherstelfonds van honderden miljarden euro’s. Over de Europese crisisaanpak zelf spreekt de Rekenkamer zich niet uit.
De instellingen maakten in de begindagen van de epidemie meteen plannen om die aan te kunnen, constateert de Rekenkamer, die toeziet op de uitgaven en daarmee op het functioneren van de EU. Maar die plannen bleken lang niet berekend op de „ongekende crisis” die wachtte. Daarom waren ze verder aangewezen op improvisatie en kunst- en vliegwerk.
Daar slaagden ze volgens de waakhond wonderwel in. Terwijl de EU-organen toch werden gehinderd doordat ze ieder over hun eigen zaken gaan. En de verschillende vestigingen bovendien te maken hadden met uiteenlopende nationale regels, omdat het Belgische Brussel het virus net weer wat anders te lijf ging dan het Franse Straatsburg of Luxemburg.
De EU-instellingen deden hun voordeel met de digitalisering van hun werk waar ze al aan waren begonnen, concludeert de Rekenkamer. Daardoor konden ze binnen zes weken ook vanuit huis op de oude voet doorwerken.
Daarvan kunnen de commissie, de raad, het parlement en het hof in de toekomst verder profiteren. Ze kunnen bijvoorbeeld besparen op kantoorruimte en dienstreizen en meteen ook het klimaat en het milieu sparen. Maar daarvoor moeten ze wel beter onderzoeken wat dat alles betekent en vergt.