Onrust in Bagdad houdt aan ondanks uitgaansverbod
Ondanks het uitgaansverbod dat werd afgekondigd, is het ook in de avonduren onrustig gebleven in Bagdad. Opnieuw werd ook geweervuur gemeld. Maandag liep de spanning tussen rivaliserende sjiitische groeperingen op nadat aanhangers van de invloedrijke geestelijke Muqtada al-Sadr uit protest het regeringspaleis hadden bestormd in de afgeschermde groene zone van de Iraakse hoofdstad. Dat was een reactie op het bericht dat hun leider de politiek verlaat.
Het gevolg waren ongeregeldheden en botsingen met islamitische tegenstanders, die banden hebben met Iran, en met ordetroepen in de beveiligde wijk waar veel overheidsinstellingen en ambassades zijn gevestigd en waar ook het parlementsgebouw staat. Artsen meldden maandagavond dat twaalf volgelingen van Sadr om het leven zijn gekomen, 270 andere betogers liepen letsel op. Dat varieerde van schotwonden tot het inademen van traangas.
Sadr (48) liet eerder op de dag via Twitter weten de politiek nu definitief voor gezien te houden. Zijn partij boekte vorig jaar een verkiezingszege, maar het is nog steeds niet gelukt overeenstemming te bereiken over een nieuwe regeringsleider en president. Ondertussen zucht Irak onder een zware economische crisis, hoge inflatie en corruptie.
De VN-missie voor Irak (Unami) noemde de ontwikkelingen een „extreem gevaarlijke escalatie”. Ze riep alle betrokken partijen op af te zien van acties die kunnen leiden tot een niet te stuiten reeks ongewenste gebeurtenissen. „Het voortbestaan van de natie staat zelfs op het spel.”