Ds. Zondag op Haamstedeconferentie: Tucht is geneesmiddel voor kerk
Kan een predikant die is afgezet vanwege seksuele zonden of dronkenschap weer in het ambt worden hersteld? Alleen als de „zaak des Heeren” geen schade lijdt, zo citeerde ds. W. A. Zondag een kerkrechtdeskundige. „Het gaat om de heiligheid van Gods huis en dienst.”
De predikant van de gereformeerde gemeente in Dordrecht en bijzonder hoogleraar kerk, recht en samenleving aan de Theologische Universiteit Apeldoorn sprak maandagmiddag in Elspeet op de Haamstedeconferentie voor predikanten. Hij gaf aan dat de tucht of christelijke straf is bedoeld om mensen die een zondig leven leiden terug te roepen bij de „kudde van de Herder” en om hem of haar te „genezen” van de „zondenkwaal.” Dat vraagt om een lankmoedige, geduldige houding, aldus ds. Zondag.
Regels
Tucht komt op verschillende manieren in de Bijbel voor. Zo kreeg Petrus een „openbare berisping” toen hij de Heere Jezus tegensprak over Zijn aankomend lijden en sterven.
De apostel Paulus gaf in zijn brief aan Timotheüs onderwijs over de uitoefening van de tucht. Ds. Zondag ziet drie regels ten aanzien van ambtsdragers. De eerste heeft betrekking op het beschermen van de ambtsdrager tegen lichtvaardige aantijgingen: „Neem tegen een ouderling geen beschuldiging aan, anders dan onder twee of drie getuigen.”
De tweede regel gaat over het bestraffen van een ambtsdrager die schuldig is bevonden. Dan is het belangrijk dat de bestraffing openbaar wordt. „Juist omdat openbare zonden van ambtsdragers meer schade aanrichten dan in het geval een ‘gewoon’ gemeentelid, zal er ten aanzien van een zondigende ambtsdrager strenger dan gewoonlijk moeten worden opgetreden.”
De derde regel die de apostel Paulus formuleerde, heeft volgens ds. Zondag betrekking op de „onpartijdigheid en de zorgvuldigheid die altijd in acht moeten worden genomen.”
Medicijnen
De bijzonder hoogleraar ging vervolgens na hoe er in het verleden werd gedacht over het medische karakter van de tucht. Zo stelde Augustinus dat wie de zondaar niet bestraft, kwaad met kwaad vergeldt. Vaak vergeleek de kerkvader het gebruik van de tucht met het werk van een arts. Zo worden de bisschoppen medici genoemd en Schriftwoorden medicijnen.
Maar zonder de liefde is de tucht schadelijk. „Laat hij daarom zonder bitterheid geschieden, onder tranen en in nederigheid”, schreef Augustinus.
De reformator Johannes Calvijn dacht in de lijn van Augustinus. De „strengheid” moest volgens hem verbonden zijn met zachtmoedigheid, mildheid, vriendelijkheid, barmhartigheid en zachtheid. Ds. Zondag: „Want de tucht is wel straf, maar tegelijk geneesmiddel.”
Het doel van de tucht is, aldus Calvijn, dat de zondaar tot berouw wordt gebracht en dat slechte voorbeelden uit de gemeente worden verwijderd. „De hervormer had geen goed woord over voor de openbare boetedoeningen in de Vroege Kerk, waarin soms avondmaalsonthoudingen van drie jaar, zeven jaar, of soms zelfs voor heel het leven werden opgelegd.”
Kerkorde
In de Dordtse Kerkorde is het doel van de tucht tweeledig, stelde ds. Zondag. „In de eerste plaats moet de zondaar verzoend worden met de kerk en zijn naaste; in de tweede plaats beoogt de tucht dat de ergernis uit de gemeente van Christus weggenomen wordt.”
In een tuchtzaak mag volgens de Dordtse predikant „best wel wat vrees” zijn voor een stap naar de wereldlijke rechter. „Het is belangrijk dat we bij tuchtuitoefening onafhankelijk, pastoraal en volgens de regels handelen.”
Gedragscode
De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft –op vergelijkbare wijze als de Protestantse Kerk in Nederland– een gedragscode laten opstellen voor ambtsdragers ter voorkoming van misbruik in pastorale relaties. Zo moet een predikant zich in de omgang met gemeenteleden niet laten leiden door sympathie en antipathie. Hij moet onpartijdig zijn en opkomen voor de zwakken. Ds. Zondag: „Een predikant moet aanvaarden dat seksuele intimidatie en grensoverschrijding altijd gevolgen zullen hebben voor zijn ambtsuitoefening.”
Afgezet
Kan een afgezette predikant weer in het ambt worden hersteld? Ds. Zondag citeerde de twintigste-eeuwse kerkrechtdeskundige H. Bouman, die pleitte voor terughoudendheid. „Vooral wanneer onzedelijkheid, drankzonde en dergelijke oorzaak waren van zijne ontzetting uit het ambt. Het moet duidelijk gebleken zijn, dat herstel kan geschieden zonder schade voor de zaak des Heeren.”
Het gaat om de heiligheid van Gods huis en dienst, aldus ds. Zondag. „De regels van de tucht mogen daaraan bijdragen.”