Strijd in Ethiopië hervat na vijf maanden gevechtspauze
Na een wapenstilstand van vijf maanden zijn in het noorden van Ethiopië weer gevechten uitgebroken tussen regeringstroepen en strijders van de opstandige regio Tigray. VN-chef António Guterres reageerde „diep geschokt” en riep op tot „onmiddellijke stopzetting van de vijandelijkheden en hervatting van de vredesbesprekingen”.
Het Tigray People’s Liberation Front (TPLF) zei dat regeringstroepen en hun bondgenoten een „grootschalig” offensief hebben gelanceerd. De regering in Addis Abeba beschuldigde het TPLF er juist van het bestand als eerste te hebben geschonden. De Ethiopische luchtmacht claimde later een vliegtuig te hebben neergehaald met wapens voor het TPLF. Het toestel zou het Ethiopische luchtruim via buurland Soedan zijn binnengedrongen, maar dat land ontkent er iets mee te maken te hebben.
De beweringen over de gevechten kunnen niet onafhankelijk worden geverifieerd, omdat de toegang tot het noorden van Ethiopië beperkt is. Er zou vooral worden gevochten in het zuiden van Tigray, in gebieden die grenzen aan de regio’s Amhara en Afar.
Het conflict begon in november 2020, toen premier Abiy Ahmed troepen naar Tigray zond in een poging de macht te breken van het TPLF, dat zich weinig aantrok van de centrale regering. Van 1991 tot 2018 regeerde de beweging nog over het hele land, maar sinds de verkiezingen van 2018 is premier Ahmed aan de macht.
De oorlog heeft geleid tot talloze doden, met vele berichten over massamoorden en seksueel geweld op grote schaal. In maart dit jaar werd een wapenstilstand overeengekomen waardoor internationale hulp aan Tigray kon worden hervat. Miljoenen mensen in die noordelijke regio hebben humanitaire hulp nodig, evenals in Afar en Amhara.
De vredesbesprekingen zijn om allerlei redenen nauwelijks op gang gekomen. Bemiddeling van speciale gezanten uit Europa en de Verenigde Staten bleek in recente weken niet succesvol.