De Oekraïense regering had eerder al betrokkenheid bij de moord ontkend, na beschuldigingen die via Russische staatsmedia waren geuit. Volgens de FSB is de aanslag voorbereid en uitgevoerd door de Oekraïense geheime diensten. De aanslagpleger, een Oekraïense vrouw van begin veertig, zou naar Estland zijn gevlucht.

De vrouw arriveerde volgens de FSB vorige maand in Rusland, samen met haar tienerdochter. In de daaropvolgende maand zou ze de aanslag hebben voorbereid door een appartement te huren in hetzelfde woonblok waar Doegina woonde en het leven van Doegina te bestuderen.

Doegina stierf toen een explosief onder haar auto tot ontploffing werd gebracht. De politicologe en journaliste zou eigenlijk met haar vader in de auto zitten, maar hij had zijn plannen gewijzigd. De twee waren samen naar een festival buiten Moskou geweest. Volgens de FSB was de Oekraïense vrouw op ditzelfde evenement voordat ze de auto „gecontroleerd” liet exploderen.

Aleksandr Doegin zei in een verklaring die namens hem werd gepost op sociale media dat zijn dochter door het „Oekraïense nazi-regime” is vermoord. „Ons hart verlangt naar meer dan alleen wraak of vergelding”, zegt hij over de dood van zijn „patriottische” dochter. Een herdenkingsdienst voor de gedode journaliste wordt dinsdag gehouden in het Ostankino-mediacomplex in Moskou.

De uitspraken van de Russische geheime dienst komen een dag nadat een verzetsgroep de bomaanslag had opgeëist. Over deze groepering, het zogeheten Nationaal Republikeinse Leger, is weinig bekend. De leden zouden tegen het regime van president Poetin zijn en Doegina als een „legitiem doelwit” hebben gezien vanwege haar steun aan de oorlog in Oekraïne.