Mens & samenlevingzomergesprek

Ton van der Schans vindt rust tussen boeken en bonen

Hij moet, gezien al zijn functies, een druk baasje zijn. Dat is Ton van der Schans (64) ook. Maar dat betekent niet dat hij niet tot rust kan komen. Twee situaties zijn voor hem ideaal om stil te worden: tussen de boeken in zijn werkkamer, en tussen de bonen in de volkstuin.

20 August 2022 09:53
beeld Cees van der Wal
beeld Cees van der Wal

In de woonkamer van het historische pand aan de Spoorstraat in Bodegraven kijken de boekenkasten met prachtige banden je direct aan. Hier staat de verzameling oude drukken met preken uit de 17e en 18e eeuw, over hoe predikanten reageerden op natuurrampen en epidemieën. Maar dit is lang niet alles, wijst Ton van der Schans. „Er is geen kamer zonder boeken. Als er een kind het huis uitging, kwamen er in die kamer boeken. Ze staan alleen niet op de wc. Mijn vrouw heeft veel geduld met me.”

Zo netjes als de kast in de woonkamer is, zo werks oogt de werkruimte van de historicus achter in de tuin. Boeken langs alle wanden. Op een grote tafel in het midden torentjes leesvoer. In de aanpalende ruimte opnieuw stapels en dozen op de grond: boeken, kranten, periodieken. „Geen aangeharkt tuintje”, verontschuldigt Van der Schans zich met zijn karakteristieke zachte g. „Ik lees veel te veel. Drie kranten en twintig tijdschriften. En ik kan niets wegdoen voor ik het doorgenomen heb.”

Dat hij zelf wegwijs weet in zijn verzameling, blijkt als hij tijdens het gesprek keer op keer opstaat om iets te laten zien. Ondertussen bewandelt de gedreven geschiedenisdocent van de Driestar tijdens het gesprek vele zijpaden. „Wat was de vraag ook alweer?”

18511746.JPG
beeld Cees van der Wal

1 Wie ziet u als u in de spiegel kijkt?

„Wie ik ben? Als ik niet het onderwijs was ingegaan, was ik boer geworden. Ik ben buiten groot geworden: in het weiland, op de tuin, tussen de koeien, in het Noord-Brabantse Sprang-Capelle. Mijn opa’s waren boer, mijn vader had een kwekerij met groenten. Ik was een vrijbuitertje dat vuurtjes stookte en kattenkwaad uithaalde. Iemand die graag buiten de lijntjes kleurde. Ik heb wel iets rebels, ja, iets recalcitrants. Hoewel ik, denk ik, in de kern een verbinder ben. Maar dan via de dialoog, het gesprek. Waarbij ik graag een tegengeluid laat horen, de andere kant van de medaille laat zien. Noem het welwillend kritisch.

Toen ik 8 was overleed mijn vader, op 44-jarige leeftijd; hij was hartpatiënt. Mijn moeder moest het gezin met vier kinderen én de kwekerij runnen. Ik heb zeer groot respect voor hoe ze dat met veel liefde en toewijding deed. Het was een heel piëtistisch milieu. Mijn vader was letterlijk in het café krachtdadig bekeerd; later werd hij ouderling in de plaatselijke gereformeerde gemeente. In die sfeer groeide ik op: kerk tegenover wereld, de ernst van het leven, dat er iets op het spel staat. Dat heeft me gevormd. Ook al stel ik vragen aan dit milieu, daarmee wil ik het niet kwijtraken. Ik houd echter niet van een frame, waarbij alles via een vast schema moet verlopen. Het appel van de prediking is me lief, de nabijheid van het heil. Maar het mag niet oppervlakkig worden, dat de spanning eraf gaat. Het gaat over dood en leven, zonde en genade, zoeken en vinden.

Of ik een workaholic ben? Dat denk ik niet. Maar ik moet wel wat in en om handen hebben. Ik heb een soort onrust in me. Altijd nieuwsgierig. Zoals een jonge hond die, als hij de kans krijgt, ieder zijpad inslaat om te snuffelen. Ik ben gezegend met een goede gezondheid en met relativeringsvermogen en humor. En als ik om halftwee in bed stap, slaap ik zodra ik lig; dan kan ik alles loslaten.”

18511743.JPG
beeld Cees van der Wal

2 Waar en hoe komt u tot rust?

Resoluut: „Bij oude boeken. Die roepen een wereld op, hebben een geur; ik ruik graag aan boeken. Ze kunnen me fysiek in vervoering brengen. M’n eerste boek, over insecten, kreeg ik toen ik 10 was. Later volgden kinderboeken. Op m’n 12e kreeg ik ”Reis door de nacht” van Anne de Vries: het maakte een onuitwisbare indruk op me. Zo ben ik boeken gaan verzamelen. Op m’n 21e zat ik in Amsterdam op boekenveilingen bij Ton Bolland. Hoewel ik niks kocht, omdat ik er toen nog geen geld voor had, was het een ervaring. Euforie. Een soort dronkenschap. Ik kan nog steeds uren in een antiquariaat doorbrengen. Dan vergeet ik de tijd; een rust die op me neerdaalt. Of ’s avonds hier, met een boek in de stoel. Tussen halftwaalf en halftwee. Dan zwijgt de natuur. Het mooiste moment van de dag.

Én de volkstuin. We hebben een stuk van 400 vierkante meter, helemaal aan het eind van het complex. Je kijkt er zo de wijde polder in; als je wilt, kun je naar Amstelveen lopen. Je weet niet wat ik beleef als ik op de tuin kom. Een oase: heerlijk. Ik heb niet veel last van stress, maar die raak ik daar helemaal kwijt. Op m’n knieën wieden, het zintuiglijk contact met de aarde. De eerste aardappels rooien: gouden appels. Dan kan ik bijna huilen. Of hoe de snijbonen over de stokken kringelen: prachtig. Ik blijf de polderjongen van vroeger. Of ik er tijd voor heb? Waar je veel van houdt, daar heb je veel voor over. Een uur voor of een uur na het eten. Als ik de tuin niet had, kon ik alles wat er op mijn bordje ligt niet doen. Het mooie is: we zijn als gezin volkomen zelfvoorzienend. Aardappelen, bonen, prei, sla: we eten eigenlijk altijd uit eigen tuin.”

18511748.JPG
beeld Cees van der Wal

3 Wat vindt u belangrijk in uw vakantie?

„We zijn meermalen in Schotland geweest. En vroeger gingen we jaren achtereen naar Frankrijk. Ik ben een francofiel. Weergaloos, dat land. Met name Bourgondië spreekt me aan. Of Vézelay. Of de kathedraal van Chartres. Kijk, daar hangt een foto. Als je dat eeuwenoude gebouw in het echt ziet liggen: kippenvel. Ik ben op vakantie altijd aan het ontdekken, me aan het verwonderen. Het gezin sjokte vroeger achter me aan, langs kathedralen en kastelen. Tot m’n vrouw bij het zevende kasteel zei: „Ik wacht buiten wel tot jullie terugkomen.”

Dit jaar ga ik met onze zoon, die geslaagd is, naar Griekenland: Athene en Korinthe. En met mijn vrouw naar Zeeland. In eigen land kun je ook prima vakantie vieren. Het gaat er niet om dat je ver weg gaat of veel gezien hebt. Je kunt je verwonderen over kleine dingen. Over insecten: de wespen en de vlinders. Het wonder zit ’m in de gewone bruine boterham.”

18511758.JPG
beeld Cees van der Wal

4 Welk boek ligt er momenteel op uw nachtkastje?

„Niet één. Alleen een Bijbel. Ik lees niet graag op bed, behalve als ik griep heb. Ik heb net het boek van René van Stipriaan over Willem van Oranje uit. Een knappe biografie, ook al heeft hij weinig affiniteit met de godsdienstige kant van die periode in onze geschiedenis.

Verder las ik recent ”De geschiedenis van de slavernij” van de Zweedse historicus Dick Harrison. Indrukwekkend. Wij praten vaak vanuit emotie over dit stuk geschiedenis. Maar eerst komen de feiten. En dat snijdt ook in eigen vlees. We vergapen ons aan de piramides in Egypte, maar hoe zijn die gebouwd? Of het Colosseum in Rome? Vragen stellen: dat is belangrijk bij geschiedenis. Niet allereerst een mening, maar de feiten.

Geestelijk laaf ik me aan de brieven van Samuel Rutherford. Ken je die? Daar zit zo’n diepte in: ongeëvenaard. Hij houdt me een spiegel voor: heb ik ook zo’n intense omgang met God?

Qua karakter heb ik meer van Luther, maar theologisch voel ik me het best thuis bij Calvijn. Of neem de hervormde predikant ds. G. Boer. Zijn verzameld werk heb ik laatst gelezen. In de discussie met dr. H. Berkhof heeft hij erop gehamerd dat het erom blijft gaan dat we met God in het reine komen, ook als we existentiële vragen over het Godsbestaan hebben. Prachtig, daar ligt mijn hart.”

18511752.JPG
beeld Cees van der Wal

5 Met welke persoon uit heden of verleden zou u weleens (hebben) willen praten?

Hij wijst naar het portret boven zijn bureau: „Met Groen van Prinsterer. Hij is mijn grootste vriend. Bij deze staatsman komen allerlei kwesties van onderwijs, samenleving, politiek en kerk op een gave, erudiete wijze samen. Op de slaapkamer staat 4 meter met publicaties van Groen. Ik grijp er altijd weer naar. Hij was oerhervormd, maar ging tegelijk bij de afgescheidenen naar de kerk. Zij waren óók leden van de ”gereformeerde gezindheid”, zoals hij het noemde. Ik zou hem willen vragen hoe wij zijn erfenis in onze tijd moeten doorgeven. Bijvoorbeeld als het gaat over de politiek. Of in de discussie over de vrijheid van onderwijs of de bijzondere school. We kunnen Groen niet kopiëren. Zijn gedachtegoed vraagt om contextualisatie. Maar hoe dan?”

6 Waar luistert u naar?

„Och, dit wordt een zwak moment in het verhaal. Ik ben tegen het amuzikale aan. Als leerkracht hield ik de blokfluit achterstevoren vast. Een instrument bespeel ik niet. Ik luister wel graag. In de kerk kan ik genieten van wat onze organisten doen, ze kunnen je geestelijk meenemen. Op vrijdag- of zaterdagavond luisteren we in de woonkamer vaak naar cantates van Bach, door Ton Koopman bijvoorbeeld. Dat is muziek die nooit verveelt. En Beethoven of Tsjaikovski: ook heel mooi. Maar nu lijk ik weer net een kenner…”

18511745.JPG
beeld Cees van der Wal

7 Wat is de missie van uw leven?

„Elk mens heeft een taak, een roeping. De mijne is die van het onderwijs – ik wist vanaf m’n 16e dat ik die kant op wilde. Dan ben je bezig met overdragen, vertellen, doorgeven. Vensters openen, kinderen en jongeren helpen dingen zelf te ontdekken. Vragen stellen, altijd maar vragen. Hoe is dit hier zo gekomen? Wat is de bedoeling ervan? Zoals dat kind op de basisschool in Genemuiden, waar ik begon. „Meester, waarom wilde de Moorman eigenlijk gedoopt worden?” Prachtig toch!

Bij al die vragen is de geschiedenis de achteruitkijkspiegel van de mensheid. Die hebben we dus nodig, net als in de auto. En dan op een goede manier met de geschiedenis omgaan. Want daarin kom je mensen tegen. En ook voor hen geldt dat je geen vals getuigenis over hen moet spreken. Dat heb ik van prof. A. Th. van Deursen geleerd.

De vraag is welk spoor je in je leven nalaat. In de periode dat ik in de politiek zat, wethouder was. In het vluchtelingenwerk waar ik bij betrokken was. Bij de monumentenstichting. In de elf jaar dat ik voorzitter was van de Vereniging van docenten in geschiedenis en staatsinrichting in Nederland (VGN), een seculiere club. Uiteindelijk gaat het erom dat we alles doen in het licht van het Koninkrijk van God.”

18511749.JPG
beeld Cees van der Wal

8 Welke Bijbeltekst betekent veel voor u?

„Teksten waarin het over de verzoening gaat. Exodus 25:22, waar de Heere tegen Mozes zegt dat Hij met het volk zal spreken van boven het verzoendeksel. Zo rijk. En Paulus in 2 Korinthe 5: „Laat u met God verzoenen.” Het moet, ook in de kerk, blijven draaien om de verzoening.

De metafoor van het schaap of het lam heeft me altijd geraakt. Een preek over Johannes 1:29, over het Lam van God Dat de zonde der wereld wegneemt, heeft veel voor me betekend. Ik was al in de veertig. Het ontroert me weer als ik erover praat. Vervolgens kwam het beeld van het lam steeds terug. God Die de lammetjes in Zijn schoot draagt, volgens Jesaja 40. Dat heeft me getroost toen ik ernstige operaties moest ondergaan.” Met tranen in de ogen: „Schurftige schapen hè, maar de goede Herder draagt ze wel in Zijn kleed.”

9 Terugkijkend op de voorbije jaren: wat was een diepte- en wat een hoogtepunt?

„Dieptepunt was het overlijden van mijn vader. Dat heeft een diep spoor in mijn leven getrokken, bleek later. Ik heb hem eigenlijk niet goed gekend; heb daarom een vader gemist. Zes jaar geleden overleed mijn moeder. Zij was een van de belangrijkste vrouwen in mijn leven. Door haar ben ik ook geworden die ik ben. Ze is 89 geworden; we hebben haar opgebaard in het huis in Sprang-Capelle waar ze meer dan vijftig jaar gewoond had. Ontroerend.

Hoogtepunten. Dat zijn de familiedingen: trouwdag, geboortes, kinderen, kleinkinderen. Hoogtepunt was ook het 60-jarige jubileum van de VGN, op Slot Loevestein, maart 2019. Ik mocht als voorzitter koning Willem-Alexander toespreken. Ik noem ook de reünie van mijn eerste klas in Genemuiden, die ik in 1979 had. Een van de leerlingen vertelde dat ik als meester een grote rol in zijn leven heb gespeeld. Ik ben maar één jaartje in hun leven geweest! Dat raakt me diep.”

18511741.JPG
beeld Cees van der Wal

10 Hoe kijkt u naar de toekomst?

„Als ik in november 65 word, hoop ik met pensioen te gaan. Ik ga de studenten vreselijk missen, dat weet ik nu al. Zelfs toen ik wethouder was, gaf ik nog één dag in de week les; de studenten kwamen op het gemeentehuis tentamen doen… Gekkenwerk, natuurlijk.

Ik heb genoeg ideeën. Ik wil eindelijk eens iets duurzamers schrijven dan de 340 artikelen die ik gepubliceerd heb. Ik ga in ieder geval werken aan een boek over de gereformeerde gemeente van Sprang-Capelle; daarbij betrek ik de geschiedenis van Noord-Brabant.

Bij mijn afscheid aan de Driestar hoop ik dat er gezongen wordt. Psalm 84 en Psalm 89. Maar ook het lied ”Dankt, dankt nu allen God”. Weet je hoe het slot van vers 3 luidt? „Van Hem, de ene Heer,/ gaf het verleden blijk,/ het heden zingt Zijn eer,/ de toekomst is Zijn rijk.” Prachtig toch? Dat is de accolade om mijn leven: verleden, heden, toekomst. Want ook al moet het over de verzoening blijven gaan, het gaat heen naar Zijn Rijk.”

Meer over
Zomergesprek

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer