Estland ontmantelt Sovjetmonument bevreesd voor inmenging Rusland
De autoriteiten in Estland hebben een T-34-tank en andere monumenten uit het Sovjettijdperk ontmanteld, nadat premier Kaja Kallas had gezegd dat Rusland ze gebruikte om vijandigheid in het Baltische land aan te wakkeren. De tank uit de Tweede Wereldoorlog stond in de oostelijke stad Narva, waar negen op de tien inwoners etnische Russen zijn. Velen hadden zich uitgesproken tegen de verwijdering.
Premier Kallas zei dinsdag dat de Sovjetmonumenten „oude wonden hebben geopend” na de Russische invasie van Oekraïne. „Als symbolen van repressie en Sovjetbezetting zijn ze een bron van toenemende sociale spanningen geworden; in deze tijden moeten we de bedreiging voor de openbare orde minimaliseren. We weten dat de Rusland en zijn veiligheidsdiensten hier in Estland spanningen willen aanwakkeren.”
Negen mensen werden aangehouden bij protesten in Narva tegen het verwijderen van zeven Sovjetmonumenten, waaronder de tank. De dag liep volgens de politie verder grotendeels vreedzaam. De tank is gedemonteerd en per vrachtwagen vervoerd naar het Estonian War Museum, 200 kilometer ten noorden in de hoofdstad Tallinn.
De wens van de Estse regering om honderden Sovjetmonumenten te verwijderen vergroot de kloof in het land waar Russischtaligen bijna een kwart van de bevolking van 1,3 miljoen mensen uitmaken. De woordvoerder van de Russische president Vladimir Poetin noemde de plannen om de tank te verwijderen uit Narva, dat aan de grens met Rusland ligt, een „oorlog tegen de geschiedenis”.
De Sovjet-tank werd in 1970 onthuld als monument op het punt waar het Rode Leger tijdens de Tweede Wereldoorlog de Narva-rivier overstak en Duitse troepen de stad uitdreef. Estland bleef na de oorlog onvrijwillig deel uitmaken van de Sovjet-Unie tot die in 1991 werd ontbonden.