ABN AMRO: Nederlandse visserij zal komende jaren flink krimpen
De Nederlandse vissersvloot zal de komende vijf jaar met 10 tot 15 procent krimpen. Onder meer door de dalende omzetten en hoge brandstofkosten komen veel vissers in de problemen. De aangekondigde financiële overheidssteun komt voor een deel van de vissers te laat, verwacht ABN AMRO op basis van eigen onderzoek.
Ongeveer een derde van de vissers denkt de komende jaren in de financiële problemen te kunnen komen. Ook de brexit en de uitbreiding van windmolenparken leiden tot zorgen bij vissers. Door de nieuwe verdeling van vangstrechten mogen vissers minder vis vangen dan voor de brexit.
ABN AMRO verwacht verder dat de koopkracht aan het einde van dit jaar de vraag naar vis negatief beïnvloedt. Mensen hebben dan mogelijk minder geld om uit te geven in bijvoorbeeld restaurants. Op de lange termijn neemt de vraag in Nederland en andere EU-landen naar verwachting weer toe. Toch zal die de krimp van de vissersvloot niet tegenhouden, denkt de bank.
De schepen die in de vraag naar vis blijven voorzien, zullen volgens ABN AMRO moeten innoveren en verduurzamen. Dat is ook wat de overheid voor ogen heeft. Volgens de bank moeten vissers onder meer de ruimte krijgen om te experimenteren, bijvoorbeeld met het vissen in de buurt van windmolenparken.
In juli kreeg het kabinet toestemming van de Europese Unie om de noodlijdende vissers uit te kopen. In totaal is daarvoor 155 miljoen euro beschikbaar. Vissers die tot op zekere hoogte geraakt zijn door de brexit, kunnen aanspraak maken op deze saneringsregeling.
In totaal zijn in de Nederlandse visserijsector 250 bedrijven actief. Het leeuwendeel daarvan betreft zelfstandige ondernemers die werken met één schip. De sector is jaarlijks goed voor 80 miljoen kilogram vis met een waarde van 250 miljoen euro. Een groot deel daarvan wordt geëxporteerd naar andere EU-landen.