Blinken noemt Chinese raketten ‘ongerechtvaardigde escalatie’
De ballistische raketten die China in de buurt van Taiwan heeft afgevuurd zijn volgens de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken een „aanzienlijke, onevenredige en ongerechtvaardigde escalatie” van de situatie. Hij benadrukt dat de acties van China een crisis in de Oost-Aziatische regio zouden kunnen veroorzaken en dat de Verenigde Staten die willen voorkomen.
Blinken herhaalde dat de geschillen niet met geweld, maar vreedzaam zouden moeten worden opgelost. Een crisis of een conflict zou zeker „niet onvermijdelijk” zijn volgens de buitenlandminister. Hij roept China op om verantwoordelijk te handelen en de militaire oefeningen stop te zetten.
China begon de militaire oefeningen rond Taiwan donderdag vanwege het bezoek van toppolitica Nancy Pelosi aan de eilandstaat. China beschouwt dat als een provocatie omdat het Taiwan als afvallige provincie ziet. Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken heeft vrijdag sancties tegen Pelosi en haar familie aangekondigd, omdat ze zich met China’s „interne aangelegenheden” heeft bemoeid en daarmee de soevereiniteit van het land ondermijnd. Volgens Blinken was het bezoek van Pelosi vreedzaam en „geen aanleiding voor China’s extreme reactie”.
De buitenlandminister zou met zijn Chinese collega al een maand geleden hebben gesproken over een mogelijk bezoek van Pelosi, omdat hij een buitenproportionele reactie van China wel zag aankomen. „We hebben ons voorbereid op Chinese stappen zoals deze. Sterker nog, we hebben exact dit scenario beschreven.”
China vuurde zeker elf ballistische raketten af, waarvan vier over Taiwan zouden zijn gevlogen. Ook staken Chinese gevechtsvliegtuigen en maritieme schepen de middenlijn over in de Straat van Taiwan, de officieuze grens in de wateren tussen het eiland en het vasteland.
Door de oefeningen was het zee- en luchtruim van Taiwan tijdelijk niet bereikbaar voor internationale vaar- en vliegtuigen. De Verenigde Staten willen duidelijk maken dat hun schepen gewoon van de Straat van Taiwan gebruik blijven maken en dat ze zullen „varen en vliegen waar de internationale wetten dat toestaan”.