Verdere vervolging verdachten Decembermoorden
De Surinaamse ex-legerleider D. Bouterse en andere verdachten van de Decembermoorden van 1982 hebben een kennisgeving van verdere vervolging bij de krijgsraad ontvangen. De documenten zijn ondertekend door de hoofdofficier van justitie, S.
Mohammedamin. Hij is ook auditeur-militair.
De verdachten moeten terechtstaan voor het van het leven beroven van vijftien personen in de periode van 7 tot 9 december 1982.
Volgens de aanklacht deden de verdachten dat alleen of in vereniging, „opzettelijk en met voorbedachten rade".
Er zouden meer dan 40 verdachten zijn, van wie enkelen al zijn overleden. Zij kwamen tot de moorden „in kalm beraad en rustig overleg", aldus de aanklacht. Verder wordt de groep verdachten uitlokking tot het plegen van een misdrijf ten laste gelegd.
De kennisgevingen van verdere vervolging komen ongeveer drie weken na de afsluiting van het gerechtelijk vooronderzoek door rechter–commissaris A. Ramnewash. Het is niet bekend wanneer het proces bij de krijgsraad, als onderdeel van het Hof van Justitie, begint.
Bouterse gaf bij de afsluiting van het gerechtelijk vooronderzoek aan, dat „de rust in de samenleving bewaard zal blijven" als het ooit tot zijn berechting mag komen. Hij ontkende opnieuw „de trekker te hebben overgehaald" en zei slechts politiek verantwoordelijk te zijn voor de moorden in december 1982.
Bouterse wordt door zijn Nationale Democratische Partij (NDP) genoemd als kandidaat voor het presidentschap na de verkiezingen van 25 mei 2005. Als de NDP het vereiste aantal zetels in het parlement haalt, minimaal zeven van de 51, kan de partij Bouterse als presidentskandidaat voordragen.